Minister Van Weyenberg stuurt de Tweede Kamer zijn reactie op het voorstel van de werkgroep over de verklaring omtrent risicobeheersing (VOR).
Een van de aanleidingen van de VOR-werkgroep was een motie (De Jong/Van Weyenberg) die op 4 april 2023 door de Kamer is aangenomen met het verzoek aan het kabinet te bevorderen dat er voor 1 januari 2024 een bepaling klaarligt om een VOR voor iedere accountancycontrole bij grote bedrijven als verplichting op te nemen in de Code
Van Weyenberg vindt het positief dat het de werkgroep is gelukt om tot een voorstel van een VOR te komen die in de Code opgenomen kan worden. Van Weyenberg onderschrijft het nut van een VOR voor beursgenoteerde vennootschappen omdat dit stakeholders meer transparantie biedt over en inzicht in de risicobeheersing van die vennootschappen. Met de nieuwe VOR neemt de onderneming meer verantwoordelijkheid voor de beheersing van operationele-, compliance- en verslaggevingsrisico’s.
De brief stelt terecht dat normaal gesproken de Monitoring Commissie Corporate Governance Code (‘Commissie’) het voorstel van de werkgroep in de Code zou verwerken. Gezien het karakter van zelfregulering is het aan de Commissie om de Code aan te passen. Er is op dit moment echter geen Commissie. Het is aan de nieuw te benoemen Commissie om het voorstel van de VOR-werkgroep onderdeel te laten worden van de Code. De op dit onderdeel aangepaste Code zal dan door de minister voor Rechtsbescherming wettelijk worden verankerd als gedragscode, zodat beursgenoteerde vennootschappen jaarlijks in hun bestuursverslag verantwoording moeten afleggen over de naleving daarvan.
Geef een reactie