De belastingplichtige heeft een eigen woning en een eigenwoningschuld. De belastingplichtige wil een reguliere dan wel tussentijdse renteaanpassing doen, waarvoor de geldverstrekker hem een aanbod voor een nieuw rentecontract doet. De belastingplichtige sluit op basis van het aanbod van de geldverstrekker een nieuw rentecontract. De geldverstrekker brengt hiervoor advies- en afsluitkosten in rekening.
Vraag
Behoren de advies- en afsluitkosten die een geldverstrekker in rekening brengt in verband met het afsluiten of aanpassen van het rentecontract voor de eigenwoningschuld tot de aftrekbare kosten met betrekking tot een eigen woning?
Antwoord
Ja. Op grond van artikel 3.120, eerste lid, onderdeel b, van de Wet IB 2001 zijn de kosten van geldlening die behoren tot de eigenwoningschuld aftrekbaar. In onderdeel 4.5 van het besluit van de Minister van Financiën van 10 juni 2010 (Stcrt. 2010, 8462) is bepaald dat tot de kosten van een geldlening uitsluitend behoren de kosten die rechtstreeks zijn verbonden aan het opnemen, verlengen of aflossen van een geldlening (zie ook: HR 19 mei 1982, ECLI:NL:HR:1982:AW9407, en HR 23 september 2016, ECLI:NL:HR:2016:2136).
Bij het afsluiten of aanpassen van het rentecontract voor de eigenwoningschuld is sprake van kosten die rechtstreeks zijn verbonden aan het opnemen of verlengen van een geldlening die behoren tot de eigenwoningschuld. De advies- en afsluitkosten die hiermee gepaard gaan, komen dus op grond van artikel 3.120, eerste lid, onderdeel b, Wet IB 2001 als aftrekbare kosten met betrekking tot een eigen woning in aftrek.
De Kennisgroep onroerende zaken heeft de vraag beantwoord of de advies- en afsluitkosten die een geldverstrekker in rekening brengt in verband met het afsluiten of aanpassen van het rentecontract voor de eigenwoningschuld behoren tot de aftrekbare kosten met betrekking tot een eigen woning.
Geef een reactie