Voor de omzetbelasting is de plaats waar een ondernemer de zetel van zijn bedrijfsuitoefening heeft gevestigd, de plaats waar de centrale bestuurstaken van het bedrijf worden uitgeoefend.
Een vennootschap houdt zich bezig met houdster- en financieringsactiviteiten. De activiteiten bestaan in hoofdzaak uit het tegen vergoeding van rente verstrekken van leningen. Deze activiteiten zijn voor de btw vrijgestelde activiteiten. De vennootschap heeft vanwege een herfinancieringsproject obligaties uitgegeven. De vennootschap heeft diverse facturen ontvangen van buitenlandse dienstverleners. De vennootschap heeft bezwaar gemaakt tegen de voldoeningen op aangiften voor het derde en vierde kwartaal 2020. De inspecteur heeft de bezwaren afgewezen.
Geschillen
Bij rechtbank Noord-Holland is primair de vestigingsplaats voor de omzetbelasting van de vennootschap in geschil en subsidiair of de betaalde facturen zien op btw vrijgestelde bemiddelingsdiensten inzake obligaties.
Vestigingsplaats
De rechtbank stelt vast dat de vennootschap haar statutaire vestiging in Nederland heeft. Ook staat vast dat de vennootschap op 5 maart 2014 de Belastingdienst heeft verzocht om haar btw-identificatienummer te activeren en dat de vennootschap aangiften omzetbelasting gaat doen. Ook staat vast dat de vennootschap haar btw-identificatienummer heeft verstrekt aan haar buitenlandse dienstverleners. Een deel van die dienstverleners heeft de btw verlegd naar de vennootschap. Verder staat als adres van de vennootschap op de ontvangen facturen het Nederlandse vestigingsadres. De plaats van dienst is op grond van het voorgaande Nederland. De vennootschap heeft het tegendeel niet aannemelijk gemaakt.
Bemiddeling inzake obligaties niet aannemelijk
De rechtbank oordeelt dat vennootschap aannemelijk moet maken dat de werkzaamheden die de buitenlandse dienstverleners aan haar hebben verricht, kunnen worden beschouwd als bemiddeling inzake obligaties. Daarvoor heeft de vennootschap onvoldoende gegevens aangevoerd. Op de facturen staat niet expliciet dat het bemiddeling betreft, maar veeleer algemene juridische dienstverlening. De inspecteur heeft de bezwaren daarom terecht afgewezen.
Wet: art. 6 lid 1 Wet OB 1968 en art. 11 lid 1 onderdeel i, ten tweede Wet OB 1968
Geef een reactie