Advocaat-generaal Koopman concludeert dat een verzoek om een vergoeding van de kosten in bezwaar telt als het aanvragen van een beschikking. In beginsel is de inspecteur daarom een dwangsom verschuldigd als hij niet tijdig op dit verzoek beslist.
Een btw-ondernemer heeft bezwaar gemaakt tegen een verzuimboete en bij het bezwaar verzocht om een kostenvergoeding. Bij uitspraak op bezwaar heeft de Belastingdienst de verzuimboete vernietigd maar niet uitdrukkelijk beslist op het verzoek om de kostenvergoeding. Vervolgens stelt de ondernemer de inspecteur in gebreke. De ondernemer verzoekt de fiscus om alsnog te beslissen over de kostenvergoeding op last van dwangsom. Het geschil mondt uit in een cassatieprocedure. De Hoge Raad krijgt de vraag voorgelegd of een verzoek om een proceskostenvergoeding in de bezwaarfase een beschikking op aanvraag is. Als zo’n verzoek kwalificeert als een aanvraag, is de vervolgvraag of de inspecteur een dwangsom moet betalen als hij niet tijdig op die aanvraag beslist.
In beginsel recht op dwangsom
De Advocaat-generaal (A-G) is het met de ondernemer eens dat het verzoek om een vergoeding van de kosten van het bezwaar een aanvraag tot het geven van een beschikking is. Toch meent de A-G dat de ondernemer geen recht heeft op een dwangsom wegens niet tijdig beslissen. De fiscus moet namelijk op het verzoek om een kostenvergoeding beslissen bij de uitspraak op bezwaar. In dit geval is bij die uitspraak geen vergoeding toegekend. Daarom moet men ervan uitgaan dat de aanvraag niet is gehonoreerd. Want met de uitspraak op bezwaar is de bezwaarfase geëindigd.
Gevolgen van nadere beslissing
De inspecteur had dus eigenlijk geen nadere beslissing mogen nemen. Maar nu hij dat toch heeft gedaan, mag de btw-ondernemer daar niet de dupe van worden. De nadere beslissing moet men op één lijn stellen met een uitspraak op bezwaar. Daardoor gaat een nieuwe termijn lopen voor het instellen van beroep. Dit alles neemt niet weg dat de echte uitspraak op bezwaar al was gedaan. Bij die uitspraak is de aangevraagde kostenvergoeding niet toegekend. Daarmee heeft de inspecteur beslist op de aanvraag.
Bron: Parket bij de Hoge Raad 1 maart 2024 (gepubliceerd 15 maart 2024), ECLI:NL:PHR:2024:225, 23/02277
Geef een reactie