De landbouwvrijstelling is doeltreffend noch doelmatig en kan ook niet gerechtvaardigd worden uit het realiseren van (eventueel wenselijke) neveneffecten. Afschaffing is de logische en uitvoerbare beleidsoptie. Minister Adema stuurt de Tweede Kamer een evaluatierapport van SEO over de landbouwvrijstelling.
De regeling is in het verleden gehandhaafd onder vermelding van de mogelijkheid dat de vrijstelling positieve neveneffecten heeft op de grondmarkt (prijsvorming en mobiliteit), de financiering van (overdracht van) landbouwondernemingen, de vermogenspositie van agrariërs, het concurrentievermogen van de Nederlandse agrosector, en de (mogelijkheden voor) verduurzaming van de sector. De veronderstelde neveneffecten van de landbouwvrijstelling vinden geen steun in de praktijk, en dienen daarmee niet als een rechtvaardiging voor het voortbestaan van de landbouwvrijstelling.
Overgangsregeling
Met een passende overgangsregeling die belasting met terugwerkende kracht tegengaat, is afschaffing een haalbare kaart. Hervorming van de landbouwvrijstelling zodat een of meerdere van de mogelijke neveneffecten wel gestut worden door de regeling lijkt beleidsmatig minder logisch. Er bestaan reeds instrumenten die op een doeltreffendere en doelmatigere manier in deze behoeften voorzien. Daarnaast hebben zowel CPB (2023) als een ambtelijk rapport van het Ministerie van Financiën (2023) gepleit voor terughoudendheid in het benutten van fiscale regelingen om maatschappelijke doelen te realiseren.
Minister Adema schrijft dat gezien de demissionaire status van dit kabinet het aan een volgend kabinet is om de uitkomsten van de evaluatie te wegen en te beoordelen of en, zo ja, welke vervolgstappen geboden zijn naar aanleiding van deze evaluatie.
Bron: Evaluatie landbouwvrijstelling, nr. DGA-EIA / 45760816, Ministerie LNV, 20 maart 2024
G Timmerman says
Welke andere ondernemer hoeft ook niet af te rekenen over de waardestijging van de onderneming? Vanwaar dan deze ongelijke behandeling? Gewoon maar afschaffen, na bijna 70 jaar Mansholt.