De Kennisgroep winstfaciliteiten en firmaproblematiek heeft in samenwerking met de Kennisgroep successiewet een standpunt gepubliceerd over het begrip ‘objectieve onderneming’ in relatie tot het voortzettingsvereiste en de bezitstermijn.
De activiteiten van X BV omvatten het inkopen en verkopen van bepaalde producten en laat zich onderscheiden in detailhandel en groothandel.
De beide onderdelen verschillen onder andere door:
- afgescheiden administraties;
- onroerend goed met verschillende uitstraling;
- afgescheiden distributie;
- eigen personeelsbestanden;
- klantenkring;
- bedrijfsnaam;
- assortiment (verschil in merken en verpakkingsgrootte).
In 2016 is erflater overleden waardoor de erfgenaam een aanmerkelijk belang in X BV erft. De erfgenaam doet een beroep op de BOR ex artikel 35b e.v. SW 1956, onder de voorwaarde dat de onderneming vijf jaar wordt voortgezet (voortzettingsvereiste artikel 35e SW 1956).
In 2019 verkoopt X BV de gehele detailhandelstak aan Y BV, die al een vergelijkbare onderneming drijft. De overdracht omvat alle activa en passiva die samenhangen met de detailhandelstak, waarbij ervan kan worden uitgegaan dat de detailhandelstak volledig opgaat in Y BV.
Vragen
- Leidt de verkoop van de detailhandelstak door X BV tot het ‘ophouden winst te genieten uit een onderneming’ en is daarmee een schending van het voortzettingsvereiste ex artikel 35e, eerste lid, onderdeel c, onder 3°, SW 1956?
- Leidt de aankoop van de detailhandelstak door Y BV tot een uitbreiding van de objectieve onderneming?
- Gaat voor Y BV door de aankoop een nieuwe bezitstermijn ex artikel 35d, eerste lid, onderdeel c, SW 1956 lopen?
Antwoorden
- Ja. Binnen X BV kunnen twee objectieve ondernemingen worden onderscheiden: een detailhandelstak en een groothandelstak. Het verkopen van de detailhandelstak leidt tot het staken van een objectieve onderneming, waardoor niet wordt voldaan aan het voortzettingsvereiste.
- Ja. Y BV drijft een onderneming. Als de aankoop wordt samengevoegd met de bestaande onderneming, leidt de aankoop tot een uitbreiding van de reeds aanwezige objectieve onderneming.
- Nee. Gelet op de arresten van 29 mei 2020 (ECLI:NL:HR:2020:867 en ECLI:NL:HR:2020:990) betekent dit voor Y BV dat er ten aanzien van het aangekochte geen nieuwe bezitstermijn gaat lopen.
Geef een reactie