Het kabinet gaat jonge boeren en tuinders die een bedrijf beginnen of overnemen financieel ondersteunen. Minister Adema stelt hiervoor bijna € 240 miljoen beschikbaar uit zowel Europees als nationaal geld. Daarnaast zijn plannen uitgelekt over een langdurige stoppersregeling.
Jonge boeren en tuinders ervaren, na de grote aankoopsom van een bedrijf, vaak in de beginperiode een hoge financieringslast, waardoor het lastig is te investeren in bijvoorbeeld verduurzaming. Het bedrag wordt uitgekeerd via verschillende subsidie openstellingen tot en met 2027. De eerste openstelling is van 3 juni tot en met 2 augustus 2024 en bedraagt 75 miljoen euro, met een maximum van € 80.000 per aanvrager.
De regeling is onderdeel van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) en staat bekend als de ‘Vestigingssteun voor jonge landbouwers’. Boeren die na 1 januari 2023 een bedrijfsovername hebben gedaan, kunnen ook nog een aanvraag indienen.
Jonge ondernemers die de subsidie willen aanvragen moeten een bedrijfsplan indienen bij de aanvraag die voor de komende vijf jaar de economische en ecologische doelen beschrijft. Het bedrijfsplan moet bijdragen aan de duurzaamheidsdoelen op het gebied van klimaat, natuur en waterkwaliteit.
Andere ondersteuning voor jonge boeren
Naast de vestigingssteun komt er ook een andere subsidie uit het GLB speciaal voor aankomende jonge boeren en tuinders. Zo is er voor de periode 2023-2027 € 1,25 miljoen beschikbaar voor ‘Samenwerken aan generatievernieuwing’. Deze regeling is voor jonge landbouwers en zij-instromers die geïnteresseerd zijn om (eventueel samen) een boerenbedrijf te starten. Samenwerkingsverbanden kunnen subsidie aanvragen voor projecten waarin gewerkt wordt aan het uittesten van vernieuwende concepten die landbouwgrond en het agrarisch ondernemerschap toegankelijker maken voor (potentiële) jonge landbouwers.
Langdurige stoppersregeling voor alle boeren
Minister Adema werkt aan een nieuwe regeling voor boeren die willen stoppen met hun bedrijf. Dat bevestigen Haagse bronnen na berichtgeving in De Telegraaf. Met het voorstel, dat nog niet af is, zijn miljarden euro’s gemoeid.
Het idee is om met het pakket een koude sanering van de agrarische sector, met als gevolg bijvoorbeeld faillissementen, te voorkomen. Vorig jaar is bepaald dat er een einde komt aan de Nederlandse uitzonderingspositie in het Europese mestbeleid. Nederlandse boeren mochten jarenlang meer mest uitrijden dan boeren in andere landen. Maar dat verschil wordt stap voor stap opgeheven; in 2026 moet Nederland zich aan dezelfde regels houden als de rest van Europa.
Er is daardoor een mestverwerkingsprobleem, dat zonder ingrijpen alleen maar groter wordt. Adema komt daarom met een pakket aan maatregelen, waar de ‘beëindigingsregeling’ er één van is. Het gaat om een langdurige regeling die drie of vier keer per jaar wordt opengesteld en waar boeren die willen stoppen, vrijwillig op kunnen intekenen.
Minder dieren
Daarnaast wordt gedacht over strengere regels voor boeren, die minder dieren per hectare zouden mogen houden. De bedoeling van het hele pakket is dat er minder vee (en dus minder mest) komt en dat de waterkwaliteit daardoor verbetert. Bijkomend voordeel is dat de stikstofuitstoot omlaag zal gaan.
Er wordt nog volop gewerkt aan de plannen. Een van de vragen die nog op tafel ligt, is of de ‘beëindigingsregeling’ volgens de Brusselse regels als ‘verkapte staatssteun’ kan worden gezien. Als het voorstel af is, gaat er een brief naar de Tweede Kamer, die zich er dan over moet buigen.
Er zijn al verschillende stoppersregelingen voor boeren (geweest), maar dat zijn tijdelijke regelingen in verband met de stikstofuitstoot. Er loopt nu nog een regeling voor piekbelasters in de buurt van kwetsbare natuurgebieden. De nieuwe regeling is breder, voor de hele sector.
Bron: NOS, 3 april 2024
Geef een reactie