Hof Den Bosch oordeelt dat vrije vergoedingen en verstrekkingen van de werkkostenregeling niet tot het loonbegrip voor de excessieve vertrekvergoeding behoren.
Een lid van de Raad van bestuur van een onderneming is een vanuit het buitenland geworven werknemer. Hiervoor past de werkgever de eindheffing vanwege de 30%-regeling toe. Per 25 april 2018 is deze werknemer ontslagen. De werkgever past voor deze werknemer de regeling voor excessieve vertrekvergoeding toe. Naar aanleiding hiervan legt de Belastingdienst een naheffingsaanslag loonheffingen op.
Het geschil
Bij hof Den Bosch is de hoogte van de naheffingsaanslag in geschil. De werkgever past voor diverse gerichte vrijstellingen eindheffing toe, onder meer vanwege de 30%-regeling. Meer specifiek is daarom in geschil of het bedrag van de toegepaste gerichte vrijstellingen behoren tot het toetsloon voor de excessieve vertrekvergoeding.
Oordeel hof
De werkkostenregeling is ingevoerd als vereenvoudiging. Als vrije vergoedingen en verstrekkingen tot het loonbegrip gaan behoren in het kader van de excessieve vertrekregeling, is dat in strijd met het doel van vereenvoudiging. Voorts is relevant dat bij invoering van de pseudo-eindheffing over de vertrekvergoeding de destijds geldende vrijgestelde vergoedingen en verstrekkingen niet tot het loonbegrip behoorden voor de excessieve vertrekvergoeding. Als deze wel tot voornoemd loonbegrip hadden moeten behoren, had het voor de hand gelegen dat de wetgever dit zou hebben geregeld. Voor aandelenopties is dit bijvoorbeeld wel expliciet geregeld. Het hof is het daarom met de werknemer eens dat moet worden uitgegaan van een wetshistorische en wetssystematische uitleg van het loonbegrip. Hieruit volgt dat vrijgestelde vergoedingen en verstrekkingen niet tot het loonbegrip voor de excessieve vertrekvergoeding behoren.
Wet: art. 31 letter f, art. 31a en art. 32bb Wet LB 1964
Verdiepingscursus Internationale aspecten loonheffing
Tijdens deze verdiepingscursus zoomt loonheffingenspecialist Jaap Spierenburg in op de internationale aspecten van de loonheffingen. Daarbij onder meer aandacht voor belastingplicht van niet in Nederland wonende werknemers, inhoudingsplicht voor niet in Nederland gevestigde werkgevers, internationale sociale zekerheid, de internationale aspecten van de werkkostenregeling en de 30%-regeling. Ook komen praktische zaken aan de orde die een rol spelen in de loonadministratie voor grensoverchrijdende werknemers en wordt aandacht besteed aan de salary split.
Geef een reactie