Het kabinet is geen voorstander van een beperking van de toegang tot de BOR tot minimaal 25% van de gewone aandelen. Dit schrijft staatssecretaris Van Rij in antwoord op Kamervragen over het initiatiefwetsvoorstel over wijziging van de Wet IB 2001 en enige andere fiscale wetten in verband met het vervallen van enkele fiscale regelingen.
Het initiatiefwetsvoorstel bestond oorspronkelijk uit zes maatregelen, waarvan een deel inmiddels door het kabinet is overgenomen. Momenteel bestaat het nog uit een tweetal maatregelen, namelijk het uitzonderen van kleine aanmerkelijkbelangpakketten (minder dan 25%) en het verlagen van de BOR-vrijstelling naar 25% met een maximum van € 1 miljoen. Het doel van deze maatregelen is volgens de toelichting om de BOR te beperken tot de oorspronkelijke doelgroep en het ‘cadeaueffect’ te verminderen.
Toename belastingdruk
Het kabinet begrijpt de gedachtegang van de initiatiefnemers, maar kan zich niet vinden in de maatvoering van deze maatregelen. Het verlagen van de vrijstelling naar 25% zou een grote toename van de belastingdruk voor vele belastingplichtigen betekenen. Het kabinet heeft een voorstel gedaan tot het verlagen van de vrijstelling naar een vrijstelling van 100% voor een goingconcernwaarde tot € 1,5 miljoen en 70% van het meerdere in plaats van de huidige 83%. Als gevolg van een amendement is de verlaging uitgekomen op 75% van het meerdere boven een goingconcernwaarde van € 1,5 miljoen in de Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2024. Het samenstel van de genomen en nog te nemen kabinetsmaatregelen leidt ertoe dat de BOR doelmatiger wordt.
Toegang BOR en DSR ab beperken
Daarnaast is het kabinet van plan om met ingang van 1 januari 2026 de toegang tot de BOR en DSR ab te beperken tot reguliere aandelen met een minimum van 5% in het geplaatste aandelenkapitaal. Dit kwam ook als aanbeveling uit de evaluatie. Hiermee wordt tevens de doelmatigheid van de BOR en de DSR ab verbeterd zonder dat echte ondernemers worden uitgesloten. Tevens blijft de samenhang met de definitie van een aanmerkelijk belang in stand. Bij de maatregel zoals die wordt voorgesteld in het initiatiefwetsvoorstel zou deze samenhang verloren gaan, wat de complexiteit zou doen toenemen. Daarnaast, niet onbelangrijk, zouden ondernemers die met meer dan vier personen een onderneming in een vennootschap drijven, niet (allemaal) meer in aanmerking kunnen komen voor de BOR en DSR ab. Het kabinet is daarom geen voorstander van een beperking van de toegang tot de BOR tot minimaal 25% van de gewone aandelen.
De verdere behandeling van het initiatiefwetsvoorstel staat gepland voor 11 april 2024.
Bron: Kamerbrief Vragen van Kamerleden initiatiefwetsvoorstel, nr. 2024-0000218602 Ministerie van Financien, 9 april 2024
Geef een reactie