De Kennisgroep onroerende zaken heeft de vraag beantwoord of de verhuisregeling van artikel 3.111, tweede lid, Wet IB 2001 van toepassing is op een buitenlandse woning.
Een belastingplichtige is in 2022 geïmmigreerd naar Nederland. Voor die tijd had de belastingplichtige zijn hoofdverblijf in een eigen woning in het buitenland. Voor de verwerving van die eigen woning is hij vóór 1 januari 2013 een schuld aangegaan. De buitenlandse woning staat vanaf immigratie leeg. De belastingplichtige maakt aannemelijk dat de woning vanaf dat moment bestemd is voor verkoop.
Vraag
Is de verhuisregeling van artikel 3.111, tweede lid, van de Wet IB 2001) van toepassing op de buitenlandse woning, zodat de belastingplichtige recht heeft op renteaftrek?
Antwoord
Ja. Artikel 3.111, tweede lid, Wet IB 2001 omvat de volgende cumulatieve voorwaarden:
- de woning moet leeg staan;
- de woning heeft de belastingplichtige in het kalenderjaar of in een van de voorafgaande drie jaren als eigen woning als bedoeld in artikel 3.111, eerste lid, Wet IB 2001 ter beschikking gestaan; en
- de belastingplichtige maakt aannemelijk dat de woning bestemd is voor verkoop.
Omdat de buitenlandse woning vanaf de immigratie leeg staat en de belastingplichtige aannemelijk maakt dat de woning bestemd is voor verkoop, moet uitsluitend nog worden getoetst of aan de tweede voorwaarde is voldaan. Dus of de woning de belastingplichtige als eigen woning als bedoeld in artikel 3.111, eerste lid, Wet IB 2001 ter beschikking heeft gestaan.
Bron: Belastingdienst, 17 april 2024
Masterclass in de Eigenwoningregeling
De afgelopen jaren is de fiscale wet- en regelgeving in de eigenwoningregeling op verschillende punten gewijzigd. Sommige regelingen zijn verre van begrijpelijk en lastig uitvoerbaar. Met name als partners samen een woning kopen en een hypotheekverleden hebben.
Ook speelt het nieuwe huwelijksvermogensrecht een grote rol in de samenstelling van de nieuwe hypotheekconstructie en de gevolgen hiervan als partners uit elkaar gaan.
Geef een reactie