A-G Koopman is van mening dat het gebruik van WOZ-waardes en leegwaarderatios bij waardering van certificaten van aandelen in een vastgoedvennootschap een praktisch hulpmiddel kunnen zijn. Dat betekent echter nog niet dat deze verplicht als waarderingsmaatstaf kunnen worden voorgeschreven.
Op 24 december 2015 schenkt een vader certificaten van aandelen in een vennootschap aan zijn dochter. De vennootschap bezit een vastgoed portefeuille met voornamelijk woningen. In de aangifte schenkbelasting hebben vader en dochter een beroep gedaan op de bedrijfsopvolgingsregeling in de Successiewet (BOR) en zijn de verkregen certificaten gewaardeerd op € 438.966. De inspecteur gaat bij de aanslag schenkbelasting uit van een waarde van € 615.125 en weigert toepassing van de BOR.
Geschilpunten in cassatie
In cassatie bestrijdt de staatssecretaris het oordeel van het hof over de waardering van de certificaten en bestrijdt de dochter de afwijzing van de BOR op de verkrijging van de certificaten door de inspecteur.
Waarderingsvoorschriften verhuurde woningen niet verplicht
A-G Koopman meent dat de zogeheten ‘doorkijk-benadering’ die de dochter voorstaat niet zonder meer naar een geval als dit kan worden doorgetrokken. De waarde van certificaten is niet rechtstreeks en geheel afhankelijk van de waarde van de onderliggende woningen. Volgens de A-G is de wens van de wetgever de waardering van ondernemingen en aanmerkelijkbelangposities flexibel te houden. Daarin past niet een uitleg dat de waarderingsvoorschriften voor verhuurde woningen ook van toepassing zouden zijn op de waardering van certificaten van aandelen. Daar komt nog bij dat het gebruik van forfaits weliswaar praktisch is, maar wel risicovol gelet op het gelijkheidsbeginsel. De A-G meent daarom dat bepalingen met ficties en forfaits bij voorkeur niet extensief moeten worden uitgelegd. WOZ-waardes en leegwaarderatio’s kunnen in de dagelijkse praktijk een praktisch hulpmiddel zijn bij de waardering van certificaten van aandelen. Maar volgens de A-G kunnen de waarderingsvoorschriften voor verhuurde woningen op grond van het voorgaande echter niet verplicht worden voorgeschreven.
Arbeid-plus en rendement-plus
De dochter bestrijdt ook het oordeel van het hof over toepassing van de BOR. De middelen in het incidenteel cassatieberoep lijken erop gericht de Hoge Raad te verleiden zijn eigen oordeel over de feitelijke vraag of de vennootschap aan de arbeid-plus en rendement-plus toets voldoet in de plaats te stellen van het oordeel van het hof. Dat is echter niet de taak van de Hoge Raad volgens de A-G.
De A-G adviseert de Hoge Raad het cassatieberoep van de staatssecretaris gegrond te verklaren.
Wet: art. 21 SW 1956
Bron: Parket bij de Hoge Raad 3 mei 2024 (gepubliceerd 17 mei 2024), ECLI:NL:PHR:2024:486, 23/02449
PE-Pitstop Optimaliseren bedrijfsopvolgingsregeling (BOR)
De cursus is geen (basis)cursus over de theorie van de BOR, maar meer een verfijnde vertaling hiervan naar de ‘echte praktijk’. Enige basiskennis over de BOR is daarom wenselijk. Na het volgen van de Pitstop weet u wanneer de BOR van toepassing is, hoe deze toepassing fiscaal geoptimaliseerd kan worden en welke civielrechtelijke aspecten hierbij van belang zijn. Het aanmerkelijk belang staat tijdens de cursus centraal.
Geef een reactie