Minister Van Weyenberg ziet het als een gemiste kans dat de Europese Commissie niet holistisch naar het Nederlandse anti-witwasbeleid heeft gekeken. Dit schrijft de minister in een Kamerbrief over drie evaluatierapporten over de implementatie van de Vierde anti-witwasrichtlijn (AMLD4). In juli 2018 trad de nationale wetgeving hiervoor in werking.
Rapport Implementatie en effectieve toepassing AMLD4 door Nederland
Het rapport over Nederland ziet op de implementatie van de Vierde anti-witwasrichtlijn in de nationale wetgeving. Deze evaluaties zijn in 2021 uitgevoerd, op basis van de stand van zaken op dat moment. In juli 2018 trad de nationale wetgeving om AMLD4 te implementeren in werking. Sindsdien is in 2018 de Vijfde anti-witwasrichtlijn (AMLD5) aangenomen (die in mei 2020 in nationale wetgeving werd geïmplementeerd) en is er onlangs een akkoord bereikt over een nieuw anti-witwaspakket. Daarmee zijn de conclusies uit dit rapport dus achterhaald.
In het rapport wordt geconcludeerd dat het Nederlandse anti-witwasbeleid in 2021 op zeven punten ernstige tekortkomingen kende. Nederland heeft in de fase van wederhoor verschillende bezwaren naar voren gebracht. Deze bezwaren zagen, onder andere, op de reikwijdte, de methodologie en op verschillende feitelijke onjuistheden. Het belangrijkste bezwaar is dat in het onderzoek gegevens worden gebruikt die dateerden van vóór de implementatie van de Vierde anti-witwasrichtlijn in de Nederlandse wetgeving en dat op basis daarvan conclusies zijn getrokken over hoe Nederland de richtlijn zou toepassen. Deze bezwaren hebben helaas niet geleid tot aanpassing van het rapport. Van Weyenberg ziet het als een gemiste kans dat de Europese Commissie in dit rapport niet holistisch naar het Nederlandse anti-witwasbeleid heeft gekeken. Vanwege de fundamentele bezwaren bij dit onderzoek zijn de uitkomsten van dit onderzoek beperkt bruikbaar voor de Nederlandse beleidsvorming. Daarnaast is het huidige anti-witwasbeleid in 2022 geëvalueerd door de FATF. De FATF beoordeelde de Nederlandse aanpak als robuust.
Rapport Implementatie en effectieve toepassing AMLD4 door de Lidstaten
De Raad van Europa heeft, in opdracht van de Europese Commissie, de implementatie en effectieve toepassing van de Vierde anti-witwasrichtlijn geëvalueerd op het niveau van alle lidstaten in de Europese Unie aan de hand van de verschillende nationale evaluatierapporten. De evaluatie concludeert dat veel landen moeite hebben met de invoering van hun UBO-register en het op juiste manier invulling geven aan het uitvoeren van hun national risk assessment (NRA).
Trendrapport Europese Commissie AMLD4
De Europese Commissie beschrijft in haar rapport hoe de implementatie van de richtlijn verlopen is op het niveau van de Europese Unie zelf en welke rol zij en andere Europese instituties hierbij hebben vervuld. Onder meer wordt geconcludeerd dat de afgelopen jaren er belangrijke stappen zijn gezet op het gebied van informatiedeling tussen de verschillende toezichthouders en is er aanvullende wetgeving ingevoerd voor het ontnemen van crimineel verkregen vermogensbestanddelen.
Tot slot schetst de Europese Commissie het vervolg van Europese anti-witwasregelgeving van de afgelopen jaren en blikt het vooruit op de verbeteringen in het nieuwe anti-witwaspakket, zoals de ruimere bevoegdheden voor toezichthouders die hiermee zullen worden geïntroduceerd en de oprichting van de centrale Europese toezichthouder op het terrein van wetgeving om witwassen en terrorismefinanciering tegen te gaan (AMLA).
Geef een reactie