Op 5 november 2021 wees de Hoge Raad een arrest (ECLI:NL:HR:2021:1510) over de wijze waarop de betekeningskosten van een dwangbevel in rekening kunnen worden gebracht. In het kader van dit arrest gaat de Kennisgroep invordering & civiel recht in op een aantal vragen die zijn gerezen.
Artikel 4:122, eerste lid, aanhef en letter d, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) bepaalt dat de kosten van het dwangbevel óp het dwangbevel worden vermeld. Als de kosten niet op het dwangbevel worden vermeld, dan brengt dit volgens de Hoge Raad niet mee dat de kosten van het dwangbevel niet rechtsgeldig in rekening zijn gebracht; ze kunnen ook in rekening worden gebracht door vermelding op de akte van betekening. Wel brengt het niet vermelden van die kosten op het dwangbevel volgens de Hoge Raad mee dat de ontvanger ter zake van die kosten geen executoriale titel verkrijgt. In het kader van dit arrest is ten aanzien van de betekeningskosten van de uniforme titel de navolgende hoofdvraag met subvragen opgekomen.
Vragen
- Is artikel 4:122 Awb ook van toepassing op de betekening van de uniforme titel zoals bedoeld in artikel 12 van de Richtlijn 2010/24/EU van de Raad van 16 maart 2010 betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit belastingen, rechten en andere maatregelen (hierna: Richtlijn 2010/24/EU)?
- Zo ja, is het vermelden van de betekeningskosten op de akte van betekening van de uniforme titel in het licht van het arrest van de Hoge Raad van 5 november 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1510) dan nog wel de gewenste werkwijze?
- Zo ja, kan de dwanginvordering van die betekeningskosten dan alleen plaatsvinden door middel van een separate executoriale titel?
- Zo nee, is er dan nog altijd reden om de betekeningskosten van de uniforme titel te berekenen conform artikel 3, eerste lid van de Kostenwet invordering rijksbelastingen (hierna: KIR)?
Antwoorden
- Nee, omdat de uniforme titel zoals bedoeld in artikel 12 Richtlijn 2010/24/EU geen dwangbevel is in de zin van artikel 4:114 Awb, is artikel 4:122 Awb niet van toepassing op kosten voor de betekening van de uniforme titel. Voor de betekening van de uniforme titel met bevel tot betaling moet aangesloten worden bij artikel 3, tweede lid, KIR. Dat artikellid bepaalt de kosten voor het ingevolge wettelijk voorschrift doen van een ander exploot.
- Het antwoord op de hoofdvraag luidt ontkennend, zodat beantwoording van deze subvraag in principe niet aan de orde is. De kennisgroep merkt echter op dat de betekeningskosten op de akte van betekening vermeld moeten worden, omdat het wettelijk kader niet voorziet in de mogelijkheid om die kosten op de uniforme titel zelf te vermelden.
- Het antwoord op de hoofdvraag luidt ontkennend, zodat beantwoording van deze subvraag in principe niet aan de orde is. De kennisgroep merkt echter op dat het juist is dat de dwanginvordering van de betekeningskosten van de uniforme titel alleen plaats kan vinden na verkrijging van een separate executoriale titel ten aanzien van die kosten. Buiten de dwanginvordering bestaat desalniettemin de mogelijkheid van verrekening enerzijds en inhouding op het aan de verzoekende lidstaat als invorderingsopbrengst over te maken bedrag anderzijds, zodat het – mede gelet op de hoogte van de kosten (zie hierna onder c.) – in de regel niet opportuun zal zijn om enkel voor de betekeningskosten van de uniforme titel een procedure ter verkrijging van een executoriale titel te initiëren.
- Aangezien de uniforme titel geen dwangbevel is in de zin van artikel 4:114 Awb, is artikel 3, eerste lid, KIR niet van toepassing. Voor de betekening van de uniforme titel met bevel tot betaling kunnen kosten in rekening worden gebracht op grond van artikel 3, tweede lid, KIR. Dat artikellid bepaalt de kosten voor het ingevolge wettelijk voorschrift doen van een ander exploot.
Geef een reactie