Een stichting basisonderwijs kan niet tot een fiscale eenheid omzetbelasting behoren met een stichting die kinderopvang verzorgt en een stichting die tussenschoolse opvang verzorgt, omdat er geen financiële verwevenheid bestaat tussen de stichtingen.
Een stichting biedt basisonderwijs aan op diverse scholen. Daarnaast is er een kinderopvangorganisatie bestaande uit een stichting kinderopvang, een stichting tussenschoolse opvang en nog een stichting. De stichtingen uit de kinderopvangorganisatie vormen een fiscale eenheid voor de omzetbelasting. Het verzoek om ook de stichting basisonderwijs tot de fiscale eenheid omzetbelasting te laten behoren, heeft de inspecteur afgewezen.
Het geschil
Bij rechtbank Zeeland-West-Brabant is in geschil of de stichting basisonderwijs deel kan uitmaken van de fiscale eenheid voor de omzetbelasting samen met de andere stichtingen van de kinderopvangorganisatie. Het gaat met name om de vraag of sprake is van financiële verwevenheid.
Geen financiële verwevenheid
Vaststaat volgens de rechtbank dat alle stichtingen ondernemer voor de omzetbelasting zijn, in Nederland zijn gevestigd en in economisch en organisatorisch opzicht met elkaar verweven zijn. Het feit dat besturen en toezichtraden een personele unie vormen, huurgeld wordt gerekend voor locatiegebruik en gezamenlijke inkoop plaatsvindt, is onvoldoende voor financiële invloed van de stichting onderwijs op de andere stichtingen. In de statuten van de stichtingen staat dat overtollige geldmiddelen enkel de eigen doelstelling mogen dienen. De statuten van de stichting basisonderwijs stellen voorts dat financiële middelen besteed moeten worden aan onderwijs, wat het delen van middelen met anderen uitsluit. Daardoor ontbreekt dus de zeggenschap over elkaars financiën, wat nodig is om een financiële eenheid OB te kunnen vormen. De rechtbank oordeelt op grond van het voorgaande daarom dat geen sprake is van financiële verwevenheid tussen de stichting basisonderwijs en de overige stichtingen.
Geef een reactie