Minister Van Gennip heeft het wetsvoorstel Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (VBAR) naar de Raad van State gestuurd. In dit wetsvoorstel krijgen indicaties die wijzen op zelfstandig werken in de wet een eigenstandige rol bij het vaststellen van de juiste contractvorm.
Het kabinet neemt langs drie lijnen maatregelen. Door de verschillen tussen contractvormen te verkleinen (gelijker speelveld). Door het versterken en verbeteren van de handhaving door de Belastingdienst, in voorbereiding op het afschaffen van het handhavingsmoratorium per 1 januari 2025. En door regels te verduidelijken.
Naar aanleiding van de internetconsultatie is het toetsingskader verbeterd. Het wetsvoorstel is met een aantal aanpassingen beter in balans gebracht. Zo is bijvoorbeeld ‘kernactiviteiten’ vervallen als indicatie. Deze aanpassingen komen tegemoet aan de kritiek en geven naar verwachting meer zwaarte aan het werken als zelfstandige.
Rechtsvermoeden werknemerschap
Daarnaast introduceert het kabinet een rechtsvermoeden van werknemerschap, gebaseerd op een uurtarief. Dit rechtsvermoeden maakt het voor werkenden aan de basis van de arbeidsmarkt makkelijker om een arbeidsovereenkomst te claimen. Dit kan bij de werkgever en indien nodig bij de rechter. Als een werkende (of een vertegenwoordiger, bijvoorbeeld een vakbond) een beroep doet op het rechtsvermoeden, moet hij aantonen dat hij minder betaald krijgt dan het geldende uurtarief. Dan is het vervolgens aan de werkgevende om aan te tonen dat er geen sprake is van een arbeidsovereenkomst. Het kabinet verwacht ook dat hier een preventief effect van uit gaat. Zodat er al bij het aangaan van een arbeidsrelatie kritischer gekeken wordt of er sprake moet zijn van een arbeidsovereenkomst. Ook hier zijn naar aanleiding van de internetconsultatie verbeteringen doorgevoerd. Zo wordt het uurtarief in het rechtsvermoeden in de toekomst naar boven afgerond op hele euro’s.
Geef een reactie