Minister Van Weyenberg heeft de Tweede Kamer het wetsvoorstel Wijzigingswet beperking toegang UBO-registers toegestuurd.
Dit voorstel strekt ertoe om op de regels rondom de toegang tot geregistreerde informatie over de uiteindelijk belanghebbende (UBO) van zowel vennootschappen en andere juridische entiteiten als trusts en soortgelijke juridische constructies aan te passen. De Handelsregisterwet 2007 en de Implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden van trusts en soortgelijke juridische constructies worden gewijzigd.
Op 22 november 2022 heeft het Hof van Justitie geoordeeld dat de publieke toegang tot het UBO-register voor vennootschappen een inmenging vormt in het recht op eerbiediging van het privéleven en het recht op bescherming van persoonsgegevens. Ook stelde het Hof van Justitie vast dat deze inmenging niet beperkt is tot wat strikt noodzakelijk is en niet evenredig is aan het nagestreefde doel. Het wetsvoorstel wijzigt vanwege dit arrest welke partijen toegang hebben tot de Nederlandse UBO-registers. Bij algemene maatregel van bestuur zal worden aangewezen welke categorieën natuurlijke personen of rechtspersonen een aantoonbaar legitiem belang hebben.
Toegang tot de UBO-registers hebben:
a. partijen waarvan op basis van de anti-witwasrichtlijn verplichte toegang moet worden geregeld, te weten: de bevoegde autoriteiten en FIUs, de meldingsplichtige entiteiten in het kader van het cliëntenonderzoek dat zij op grond van de anti-witwasrichtlijn moeten verrichten en elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die een legitiem belang kan aantonen;
b. partijen die toegang krijgen in het belang van de naleving van sancties en het toezicht en de handhaving daarop;
c. Bestuursorganen en rechtspersonen met een overheidstaak waarvoor het in verband met een wettelijke of Europeesrechtelijke verplichting of bevoegdheid noodzakelijk is om UBOs te achterhalen;
en d. Partijen die staan ingeschreven in de UBO-registers, voor zover het hun eigen gegevens betreft.
Bron: Wijzigingswet beperking toegang UBO-registers, Ministerie van Financien, 1 juli 2024
Geef een reactie