De babyboomers (geboren tussen 1946 en 1960), de meest welvarende generatie ooit, zullen de komende decennia hun vermogen overdragen aan hun kinderen. Het gaat om enorme bedragen die de vermogensongelijkheid steeds verder doet toenemen. De Volkskrant vroeg Paul de Beer, hoogleraar arbeidsverhoudingen aan de UvA en medeauteur van het boek Voor wie is de erfenis? (2018), om wat cijfers op een rij te zetten.
De Beer berekent dat de komende tien jaar het deel van hen dat komt te overlijden ongeveer € 230- tot 240 miljard zal nalaten. Van 2010 tot 2020 was dat volgens het CBS € 178 miljard. Dat bedrag loopt de decennia erna nog verder op. In totaal hebben de huidige 55- tot 75-jarigen nu € 1.160 miljard aan vermogen in de vorm van onroerend goed en bank- en spaartegoeden.
Een overdracht van deze omvang heeft ook vergaande economische en maatschappelijke gevolgen. Als er geen maatregelen worden genomen, zal de vermogensongelijkheid nog verder toenemen, verwacht De Beer. Een flink deel van de nalatenschappen zal gaan naar personen die zelf ook veel vermogen hebben opgebouwd, (mede) dankzij de voorsprong en grote kansen die lid zijn van een bemiddeld gezin met zich meebrengt.
Politieke keuze
Om nog meer ongelijkheid door de toekomstige nalatenschappen te voorkomen, moet volgens Paul de Beer de erfbelasting worden hervormd. Voor de hoogte van de erfbelasting gaat dan bijvoorbeeld meetellen hoeveel vermogen de ontvanger van de erfenis al heeft, en hoeveel die er nog bijkrijgt uit de nalatenschap. Dat is nu niet of nauwelijks het geval. Ook zouden de tarieven wel wat hoger mogen dan de huidige 10 en 20 procent. Iets progressiever mag ook: hoe hoger het nagelaten bedrag, hoe hoger het percentage; 30 tot 40 procent boven een miljoen, bijvoorbeeld. De hoogleraar verwacht echter niets van het huidige kabinet. De erfbelasting is impopulair.
Hoogleraar Dirk Brounen suggereert om voor meer solidariteit als overheid breder te kijken naar wat je kunt met het vermogende deel van de samenleving voor de komende tien, twintig, dertig jaar’. Zoals het afzien van AOW door vermogende mensen. En dat ze voor dat afzien van de AOW worden beloond met een wat lagere erfbelasting.
Geef een reactie