Voor de berekening van het bedrag ter voorkoming dubbele belasting moet men in beginsel uitgaan van het totaal aantal dagen waarop de belastingplichtige contractueel moet werken.
Een man is opgegroeid in Koeweit en heeft zowel de Nederlandse als de Koeweitse nationaliteit. Van 1993 tot 2005 is hij woonachtig en werkzaam in Nederland. In de periode van 2005 tot 2014 is de man woonachtig en werkzaam in Koeweit. Sinds 1 oktober 2014 staat hij met zijn gezin ingeschreven op een woonadres in Nederland. Zijn overige familieleden wonen in Irak. De man is in 2017 in dienstbetrekking werkzaam geweest als verkoopmedewerker voor een bedrijf in Koeweit. Dit bedrijf handelt in voedsel dat vanuit Zuid-Amerika en Azië wordt geëxporteerd naar Irak. Uit een document van de douane in Koeweit volgt dat de man in 2017 de volgende landen heeft aangedaan: Nederland, Koeweit, Irak, de Verenigde Arabische Emiraten, Turkije, Saudi-Arabië en Qatar. In 2017 verbleef de man 107 dagen in Koeweit. Tussen de man en de Belastingdienst is ten eerste in geschil van welk land de man inwoner is.
Binnenlandse belastingplicht
Rechtbank Noord-Nederland merkt de man in 2017 als binnenlands belastingplichtige aan vanwege zijn duurzame band met Nederland. Hij bezit immers in Nederland een woning, verblijft in Nederland met zijn gezin en heeft in Nederland gewerkt. Maar de inspecteur heeft de aftrek ter voorkoming van dubbele belasting niet correct vastgesteld. Volgens de rechtbank moet Nederland voorkoming van dubbele belasting verlenen voor het volledige inkomen dat de man in Koeweit heeft verdiend. Dat moet conform het belastingverdrag tussen Nederland en Koeweit gebeuren.
Berekening dagenbreuk
Omdat de man niet aannemelijk heeft gemaakt wat zijn inkomen uit Koeweit was, berekent de rechtbank de aftrek op basis van tijdsevenredigheid. De teller, die aangeeft hoeveel dagen de man in Koeweit heeft gewerkt, is vastgesteld op 107 dagen. De noemer is 365 dagen -/- 76 weekenddagen in Nederland -/- 30 vrije dagen op grond van de arbeidsovereenkomst = 259 dagen. Zo komt de rechtbank op een hogere aftrek ter voorkoming van dubbele belasting dan het bedrag dat de inspecteur heeft vastgesteld. Voor werkzaamheden in andere landen dan Koeweit heeft de rechtbank geoordeeld dat er geen recht op aftrek bestaat, omdat het heffingsrecht bij Nederland ligt.
Verdrag: art. 15 en 23 Verdrag NL-Koeweit
Wet: art. 4 AWR en art. 2.1 Wet IB 2001
Besluit: art. 1, 8 en 9 Bvdb 2001
Nieuw in de Sdu webshop
Wegwijs in het Internationaal en Europees Belastingrecht – deel A en B
Wegwijs in het Internationaal en Europees Belastingrecht geeft inzicht in internationale en Europeesrechtelijke regels ter voorkoming van dubbele belasting, zowel op het gebied van inkomen en vermogen als van successie en schenking, internationale en Europeesrechtelijke regels ter voorkoming van ongewenst gebruik, Europeesrechtelijke harmonisatiemaatregelen; internationale en Europeesrechtelijke maatregelen ter bescherming van de rechten van belastingplichtigen in de vorm van non-discriminatiebepalingen en onderling overleg- en arbitragemaatregelen, internationale en Europeesrechtelijke wederzijdse bijstandverleningsbepalingen, internationale en Europeesrechtelijke maatregelen ter voorkoming van schadelijke belastingconcurrentie en in de invloed van het internationaal publiekrecht op de uitleg van belastingverdragen.
Geef een reactie