Advocaat-generaal Wattel geeft uitleg hoe de onverrekende buitenlandse bronbelasting op royalty’s op voormalige innovatiebox-activa is te verrekenen.
Een bv ontvangt in 2017 en 2018 buitenlandse royalty’s die (deels) in het innovatiebox-regime vallen. Op de royalty’s zijn buitenlandse bronbelasting ingehouden. Ter verrekening van deze bronbelastingen heeft de Belastingdienst een vermindering van vennootschapsbelasting verleend op basis van de belastingverdragen tussen Nederland en de bronlanden. Maar niet alle ingehouden bronbelasting is te verrekenen. Daarom neemt de inspecteur voortwentelingsbeschikkingen. Daarbij gaat hij ervan uit dat de voort te wentelen innovatiebox-bronbelasting 2017 en 2018 alleen is te verrekenen met vennootschapsbelasting over innovatiebox-royalty’s die de bv in latere jaren zal ontvangen. De bv is het daar niet mee eens. Vanwege een verscherping van de voorwaarden van de innovatiebox vallen haar royalty’s vanaf 2017 slechts deels in de innovatiebox. Vanaf 2020 vallen de royalty’s zelfs helemaal niet meer in de innovatiebox.
Excess foreign tax te verrekenen in latere jaren
De Advocaat-generaal (A-G) komt tot de volgende conclusies. Ontvangt een lichaam buitenlandse innovatiebox-royalty’s en wil het de daarop ingehouden bronbelasting verrekenen met haar vennootschapsbelasting over dat ontvangstjaar? Dan is voor dat jaar de verrekeningsbasis voor die buitenlandse innovatiebox-bronbelasting beperkt tot de vennootschapsbelasting over innovatiebox-royaty’s. De compartimentering van de verrekeningsbasis die in het ontvangstjaar geldt, geldt volgens de A-G niet in de latere jaren waarnaartoe men de excess foreign tax credit voortwentelt. De excess foreign tax credit is dus wel te verrekenen met de Nederlandse vennootschapsbelasting die na het verlaten van de innovatiebox is verschuldigd over dezelfde royaltystroom waarop dat excess is ontstaan.
Besluit: art. 36, 36a, 37 en 44 Bvdb 2001
Geef een reactie