Staatssecretaris Idsinga geeft antwoord op vragen over de antwoorden op eerdere vragen over belastingconstructies.
Er is geen officiële internationale definitie van ‘high net worth individuals’ (HNWI’s). Er bestaat nog steeds momentum om de belastingheffing van HNWI’s te verbeteren. Internationaal wordt dit onderwerp geagendeerd, zoals in de G20. Ook in OESO verband wordt over dit thema gesproken. De staatssecretaris licht toe wat de effecten zijn van maatregelen in verband met het belasten van ‘high net worth individuals’ in nationaal verband ten opzichte van internationaal verband.
Dividendstripping
De Belastingdienst is alert op gevallen van dividendstripping. De lopende aanpak is geïntensiveerd. De per 1 januari 2024 in werking getreden maatregelen inzake de versterking van de aanpak van dividendstripping zien onder andere op een aanpassing van de bewijslastverdeling. Degene die een beroep doet op een tegemoetkoming in de dividendbelasting, bijvoorbeeld een teruggaaf, dient niet alleen de feiten te stellen, maar bij betwisting door de inspecteur ook aannemelijk te maken dat hij of zij aanspraak kan maken op een dergelijke tegemoetkoming. De verwachting is dat de inspecteur door de voorgestelde wijziging in de bewijslastverdeling eerder kan beschikken over de bewijsrechtelijk relevante informatie en documentatie van transacties met aandelen en eventuele daarmee verband houdende derivaten. Met de per 1 januari 2024 in werking getreden nieuwe maatregel rondom de bewijslastverdeling is nog geen praktijkervaring opgedaan.
Daarnaast is een onderzoek naar alternatieve maatregelen aangekondigd. Dit onderzoek is inmiddels gestart. Naar verwachting wordt hierover in het voorjaar van 2025 aan de Kamer gerapporteerd. De Belastingdienst is op dit moment betrokken bij acht procedures over dividendstripping. De staatssecretaris licht de wettelijke behandeling van onbelaste kapitaalterugbetalingen verder toe.
Pijler 2
Volgens de staatssecretaris is het een goede zaak als ook de VS en China de Pijler 2-regels zouden invoeren. Pijler 2 is zo ontworpen dat ook entiteiten in landen die zelf de regels niet hebben ingevoerd onder de minimumbelasting kunnen vallen. Op grond van de Pijler 2-regels kan al worden bijgeheven over de laagbelaste winsten van een multinationale groep als er slechts één entiteit is in een land dat de Pijler 2-regels toepast. Wel is het zo dat tot uiterlijk 31 december 2026 geen onderbelastewinstbijheffing kan worden geheven over de laagbelaste winst van entiteiten die zijn gevestigd in een land met een statutair tarief van ten minste 20% waar de uiteindelijke moederentiteit is gevestigd op grond van de tijdelijke onderbelastewinstbijheffing veiligehavenregel. Voor een internationaal gelijk speelveld en daarmee de concurrentiepositie van het Nederlandse bedrijfsleven is het van belang dat dit een tijdelijke regel is.
Doorstroomvennootschappen
Op dit moment lopen er richtlijnonderhandelingen over de aanpak van doorstroomvennootschappen (‘Unshell’). Het kabinet is voorstander van een uniforme internationale aanpak van misbruik van doorstroomvennootschappen. Het kabinet wil daarom afwachten wat de definitie van de doelgroep wordt die voortvloeit uit de richtlijnonderhandelingen. Vervolgens kan worden onderzocht wat de gevolgen van die berekening zijn voor andere sectoren en voor de rest van de jaarrekening.
Masterclass Pillar 2 – Wet minimumbelasting 2024 (Pijler 2)
Na het volgen van deze Masterclass heb je een goed beeld van de inhoud en de structuur van de Pillar 2-regels, het concept van de berekening van de Pillar 2 effectieve winstbelastingdruk (inclusief een basisbegrip van Tax Accounting), zodat je in de praktijk de korte- en langetermijnverplichtingen alsmede de vraagpunten kunt herkennen en de regels kunt toepassen.
Geef een reactie