Een inwoner van Australië die in 2016 nog in Nederland verblijft, heeft in dat jaar nog een duurzame band met Nederland. Hof Den Bosch oordeelt dat de man geheel 2016 binnenlands belastingplichtig is.
Een man heeft de Nederlandse nationaliteit en is in 2009 gescheiden van zijn voormalige echtgenote. Sinds 2006 heeft hij een relatie met een Australische vrouw, met wie hij in 2013 trouwt. Hij verhuist in 2012 naar een appartement in het buitenland, maar hij verblijft regelmatig in Nederland. Het bedrijf waar de man werkt besluit in 2015 zijn hoofdkantoor te verplaatsen naar Nederland. In de periode van 1 januari tot 17 april 2016 is de man 48 dagen in Nederland geweest, waarvan 13 dagen samen met zijn echtgenote. In die periode heeft hij ook de beschikking over een onverhuurde woning in Nederland. De rest van 2016 is hij inwoner van Nederland.
Geschil bij Hof Den Bosch
Bij het hof is in geschil of de man in 2016 volledig binnenlands belastingplichtig is. Verder is in geschil of de man een beroep kan doen op het gelijkheids- en vertrouwensbeginsel.
Duurzame band met Nederland
In 2016 staat de man in verschillende periodes ingeschreven op verschillende adressen in Nederland en heeft diverse persoonlijke en zakelijke banden met Nederland, waaronder het bezit van een appartement en een auto. Daarom moet de man voor heel 2016 als inwoner van Nederland worden beschouwd. Zijn inkomen van € 2.434.767 is belast in Nederland
Geen schending van gelijkheids- of vertrouwensbeginsel
De inspecteur heeft het vertrouwensbeginsel niet geschonden, omdat de man niet redelijkerwijs kon menen dat door eerdere rulings zijn toegekende aandelen niet belast zouden worden in Nederland. Ook is het gelijkheidsbeginsel niet geschonden, omdat de situaties van andere statutair bestuurders niet vergelijkbaar zijn met die van de man. De man heeft geen recht op een afwijkende proceskostenvergoeding. Wel is de inspecteur veroordeeld tot een vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn.
Wet: art. 4 lid 1 AWR en art. 7.2 Wet IB 2001
Geef een reactie