De Nederlandse bijtellingsregeling bij privégebruik van de auto van de zaak maakt geen onderscheid tussen nieuwe of gebruikte auto’s. Dit botst niet met de Europese mensenrechten.
Een man woont in België, maar werkt voor een werkgever die is gevestigd in Nederland. Deze werkgever stelt een auto van de zaak ter beschikking aan de Belgische werknemer. Hij kan deze auto gebruiken voor privédoeleinden. Daarom past de Nederlandse werkgever de bijtelling wegens privégebruik auto van de zaak toe. De werknemer betwist de juistheid van de bijtelling. Voor hof Arnhem-Leeuwarden voert hij aan dat de bijtelling in strijd is met de Europese mensenrechten. Daarbij gaat het om het verbod om producten uit andere EU-lidstaten zwaarder te belasten dan binnenlandse producten. Het hof oordeelt echter dat de bijtellingsregeling geen onderscheid maakt tussen ingevoerde en nationale auto’s. Het voordeel voor privégebruik van de auto telt als loon, ongeacht de woonplaats van de werknemer. Dat de Belgische fiscale autoriteiten onderscheid maken tussen nieuw een gebruikte auto’s en Nederland niet, doet daar niets aan af.
Wet: art. 13bis Wet LB
Geef een reactie