In dit wetsvoorstel voor wijziging van de Wet op de huurtoeslag en enkele andere wetten wordt de koopkracht verbeterd en wordt de huurtoeslag versimpeld. De inkomensafhankelijke afbouw van de huurtoeslag wordt gelijkmatiger, waardoor huurtoeslagontvangers beter kunnen inschatten welk effect een inkomensstijging heeft voor hun huurtoeslag en zij meer zekerheid hebben over de hoogte van hun besteedbare inkomen. Daarnaast krijgt een deel van de huurtoeslagontvangers een lagere marginale druk: hun huurtoeslag neemt hierdoor minder snel af wanneer hun inkomen toeneemt.
In dit voorstel worden verschillende maatregelen voorgesteld.
Generieke verlaging van de eigen bijdrage met € 11,58 per maand. Deze verlaging geldt voor alle huurtoeslagontvangers, ongeacht de huur of het inkomen. Daarnaast leiden de hieronder gepresenteerde maatregelen ter vereenvoudiging en verbetering van de marginale druk, afhankelijk van het huishoudtype, inkomen en huurniveau tot nog een maandelijkse verhoging van de huurtoeslag met een bedrag tussen de € 0 en ruim € 100, naast de generieke verhoging.
Harmonisering van het aantal huishoudtypes in de huurtoeslag. De huidige vier huishoudtypes in de huurtoeslag – eenpersoonshuishoudens, meerpersoonshuishoudens, eenpersoonsouderenhuishoudens en meerpersoonsouderenhuishoudens – met elk hun eigen inkomensafhankelijke afbouw en vergoeding van huurdelen, wordt teruggebracht naar twee. Het onderscheid tussen niet-ouderenhuishoudens en ouderenhuishoudens wordt weggenomen, zodat er enkel nog onderscheid is tussen een- en meerpersoonshuishoudens. Dit maakt de regeling begrijpelijker. Ook zullen in het bijzonder meerpersoonshuishoudens (niet-ouderen) met een hogere huur meer huurtoeslag ontvangen, door harmonisatie van de vergoeding van de huurdelen.
Invoeren van een lineaire inkomensafhankelijke afbouw. Momenteel is de berekening van de inkomensafhankelijke afbouw van de huurtoeslag dermate ingewikkeld dat de marginale druk per ontvanger kan verschillen, afhankelijk van zowel het inkomen als de feitelijke huur van de ontvanger. Dit leidt tot pieken en dalen in de marginale druk. Een hoge marginale druk kan leiden tot hoge terugvorderingen bij relatief kleine inkomensstijgingen. Met de voorgestelde wijziging is afbouw van de huurtoeslag alleen nog afhankelijk van het inkomen, en bouwt deze lineair af. Dit maakt de gevolgen van een wijziging in het inkomen beter in te schatten. De marginale druk wordt voor de meeste huurtoeslagontvangers verlaagd. De maatregelen kennen een gefaseerde inwerkingtreding: de harmonisering van het aantal huishoudtypes is beoogd vanaf 1 januari 2025 en de invoering van de lineaire inkomensafhankelijke afbouw en verlaging van de eigen bijdrage zijn beoogd per 2026.
Bron: Wetsvoorstel wijziging Wet op de huurtoeslag ter verbetering van de koopkracht en vereenvoudiging van de regeling, Ministerie van Financien, 17 september 2024
Geef een reactie