Staatssecretaris Struycken geeft antwoord op vragen over malafide bewindvoerders die stelen van kwetsbare cliënten.
De staatssecretaris verwijst naar het Besluit kwaliteitseisen en de vorming van het Landelijk kwaliteitsbureau (LKB). Met de invoering van dit Besluit zijn er kwaliteitseisen voor curatoren, bewindvoerders en mentoren gekomen en is de toets of aan deze kwaliteitseisen wordt voldaan bij het Landelijk kwaliteitsbureau neergelegd. Het Landelijk kwaliteitsbureau toetst voorafgaand aan de benoeming van de curator, bewindvoerder en/of mentor of aan de kwaliteitseisen wordt voldaan. Nadat de kantonrechter een bewind heeft ingesteld, wordt de bewindvoerder benoemd. Daarbij vergewist de kantonrechter zich van de bereidheid en vormt een oordeel over diens geschiktheid. De bewindvoerder staat gedurende het bewind onder toezicht van de kantonrechter die de bewindvoerder heeft benoemd. De kwaliteitseisen betreffen eisen omtrent onder meer opleiding en bedrijfsvoering. Hiertoe moeten verschillende documenten bij het Landelijk kwaliteitsbureau worden ingediend, waaronder een verklaring omtrent gedrag (VOG). Vervolgens moet jaarlijks worden aangetoond dat de bewindvoerder nog steeds aan de kwaliteitseisen voldoet. Daarnaast moet een bewindvoerder jaarlijks een rekening en verantwoording aan de kantonrechter overleggen en periodiek een verslag indienen over het gevoerde bewind. Zodra er misstanden aan het licht komen, kan de kantonrechter een bewindvoerder schorsen , dan wel ontslaan.
Schorsen en ontslaan
Bij een vermoeden van onjuiste besteding van de gelden kan ook door de onderbewindgestelde of een belanghebbende een klacht worden ingediend bij de kantonrechter. Wanneer daar aanleiding toe is zal de kantonrechter maatregelen treffen, bijvoorbeeld de bewindvoerder oproepen voor een verhoor en/of onderzoek laten doen. Wanneer een bewindvoerder zijn taak niet naar behoren heeft verricht, kan de kantonrechter een bewindvoerder schorsen en ontslaan. Als een onderbewindgestelde stelt schade te hebben geleden, is de (gewezen) bewindvoerder hiervoor aansprakelijk. De onderbewindgestelde of diens nieuwe bewindvoerder kan een verzoek tot schadevergoeding indienen en een civielrechtelijke procedure starten. De jaarlijkse rekening en verantwoording, evenals de mogelijkheid om een klacht in te dienen bij de kantonrechter, dienen ter voorkoming van misbruik van de gelden van de onderbewindgestelde.
Momenteel wordt onderzocht wat de mogelijkheden zijn om bewind weer een verantwoordelijkheid van de overheid, bijvoorbeeld via de gemeenten, te maken. Zodra de uitkomsten van dit onderzoek bekend zijn zal de staatssecretaris de Kamer informeren.
Bron: Antwoorden op Kamervragen over malafide bewindvoerders, nr. 5 623410, Ministerie van Justitie en Veiligheid, 24 september 2024
Geef een reactie