De verwerking van bepaalde erfpachttransacties volgens de Fagoed-methode geldt ook voor de berekening van de totaalwinst.
Een akkerbouwondernemer heeft in 1999 cultuurgrond verkocht aan een verzekeringsmaatschappij onder vestiging van een tijdelijk erfpachtrecht (40 jaar) met een terugkooprecht. De akkerbouwer heeft de vervreemding van de blote eigendom van de grond in de fiscale jaarrekening verwerkt conform het Fagoed-arrest (ECLI:NL:HR:1996:AA1866). In dat arrest heeft de Hoge Raad geoordeeld dat een landbouwer die de blote eigendom van grond heeft verkocht bij de berekening van de jaarwinst:
- de volledige eigendom van de grond tegen de oorspronkelijke boekwaarde op de actiefzijde van de balans mag opnemen,
- de van de koper ontvangen koopsom als een geïndexeerde geldlening op de passiefzijde van de balans mag opnemen,
- jaarlijks bedragen ter grootte van de indexatie mag aftrekken.
Terugkoop blote eigendom en verkoop volle eigendom
In 2015 heeft de akkerbouwer de blote eigendom van de grond teruggekocht en de volledige eigendom verkocht aan een derde. De inspecteur meent dat de tot de boekwinst behorende bedragen voor indexatie en de contractuele verhoging van de koopsom wegens tussentijdse terugkoop niet onder de landbouwvrijstelling vallen. Hof Arnhem-Leeuwarden heeft deze opvatting van de Belastingdienst gevolgd. Zie NTFR 2023/871 en ‘Landbouwvrijstelling beperkt tot eigen winst’. In cassatie beslist de Hoge Raad echter anders.
Effect Fagoed-arrest op berekening totaalwinst
De Hoge Raad stelt voorop dat het Fagoed-arrest ziet op de bepaling van de jaarwinst. De vraag wat de fiscale gevolgen zijn als de ondernemer de blote eigendom van de grond terugkoopt en de grond vervolgens verkoopt aan een derde is daarin niet behandeld. Die situatie betreft de totaalwinst en dus ook de toepassing van de landbouwvrijstelling. De Hoge Raad komt tot de volgende conclusie. Is het de ondernemer toegestaan de erfpachttransactie volgens de Fagoed-methode voor de jaarwinstbepaling als geïndexeerde geldleningovereenkomst in aanmerking te nemen? En hij deze ook als zodanig verwerkt? Dan moet men die verwerking ook voor de berekening van de totaalwinst volgen. Dat brengt mee dat de landbouwvrijstelling van toepassing is op de gehele boekwinst die de ondernemer na terugkoop van de blote eigendom van de grond behaalt. Tenminste, voor zover hij overigens ook aan de voorwaarden voor toepassing van die vrijstelling voldoet.
Indexatie en verhoging verlagen landbouwvrijstelling niet
In dit geval mocht de akkerbouwer ervoor kiezen de erfpachttransactie voor de jaarwinstbepaling in aanmerking te nemen volgens de Fagoed-methode. De door hem voor de jaarwinstbepaling gehanteerde verwerking van de erfpachttransactie als geïndexeerde geldleningovereenkomst, wordt voor de totaalwinstbepaling gevolgd. Het voor toepassing van de landbouwvrijstelling in aanmerking komende deel van de door belanghebbende behaalde boekwinst wordt dus niet verminderd met bedragen ter grootte van de indexatie en de verhoging. Het hof heeft dit miskend. De Hoge Raad doet zelf de zaak af en vermindert de aanslag. Het cassatieberoep van de akkerbouwer is dus gegrond.
Bronnen: Hoge Raad 27 september 2024, ECLI:NL:HR:2024:1157, 23/02134, Hoge Raad 27 september 2024, ECLI:NL:HR:2024:1247, 23/0213 en Hoge Raad 27 september 2024, ECLI:NL:HR:2024:1248, 21/04781
Geef een reactie