Staatssecretaris Idsinga biedt de Tweede Kamer de nota van wijziging aan bij het wetsvoorstel Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2025.
Het begrip ‘preferente aandelen’ is sinds 2010 opgenomen in de wetgeving voor de DSR ab en de BOR. In de parlementaire geschiedenis is niet geheel eenduidig aangegeven wat onder een preferent aandeel moet worden verstaan. Dit leidt in de praktijk soms tot discussie en rechtsonzekerheid.
Daarom wordt in dit wetsvoorstel voorgesteld om preferente aandelen in de wet te definiëren als aandelen met voorrang ten aanzien van de winstverdeling of liquidatieopbrengsten. De voorrang vloeit voort uit de statuten in combinatie met de feitelijke omstandigheden. Doordat deze aandelen preferent zijn, kennen zij doorgaans een vaste vergoeding en zijn zij dan ook niet volledig gerechtigd tot de overwinst. Met deze definitie wordt op hoofdlijnen aangesloten bij de huidige uitvoeringspraktijk van de Belastingdienst. Wel is sprake van een accentverschuiving in die zin dat momenteel in de uitvoeringspraktijk op grond van de parlementaire geschiedenis bij volledige winstgerechtigdheid niet snel sprake is van een preferent aandeel.
De aangepaste voorgestelde definitie van preferente aandelen geldt enkel voor bedrijfsopvolgingen die op of na 1 januari 2026 plaatsvinden. Op eerdere bedrijfsoverdrachten blijft, in overeenstemming met de gangbare systematiek, de wetgeving van toepassing die gold ten tijde van schenking of vererving.
Bron: Nota van wijziging WAFB25, Ministerie van Financiën, 3 oktober 2024
Geef een reactie