Het aandeel erfenissen waarvoor geen belastingaangifte wordt gedaan, is flink toegenomen. De toename van niet-aangegeven nalatenschappen komt vooral door belastingontwijking. Dat schrijven onderzoekers in het economenblad ESB. Het artikel is een vervolg op een eerdere publicatie in ESB.
Het percentage van het nagelaten vermogen waarvoor geen aangifte erfbelasting wordt gedaan, is sinds 2011 met 17,0 procentpunt gestegen naar 39,2 procent in 2021. Daarvan is 2,1 procentpunt verklaarbaar uit gestegen vrijstellingsbedragen voor partners en (klein)kinderen. Nalatingen aan goede doelen zijn te klein om een rol van betekenis te spelen.
De enige andere mogelijke verklaring voor de overige 14,9 procentpunt (€ 3,7 miljard) is een toename van de belastingontwijking schrijven de onderzoekers. Die hypothese wordt bevestigd omdat in dezelfde periode de gemiddelde omvang van de nalatenschappen die niet worden aangegeven ruim verdubbeld is van € 41.944 euro naar € 99.877. De stijging van de vrijstellingsbedragen is te klein om een verdubbeling te kunnen verklaren, wat wijst op toenemende ontwijking.
Onderbezetting
De toegenomen ontwijking is verrassend volgens de onderzoekers, omdat in de wetswijziging van 2010 niet alleen de vrijstellingen werden verhoogd, maar ook de tarieven werden verlaagd. Er was dus minder reden om te ontwijken. Dat de ontwijking toch is toegenomen kan te wijten zijn aan de onderbezetting bij de fiscus. Een andere optie om betere controle door de fiscus te faciliteren, en zodoende ontwijking tegen te gaan, is de verjaartermijn te verhogen van vijf jaar naar bijvoorbeeld zeven jaar. Dit geeft de fiscus meer tijd voor controle, maar zorgt er ook voor dat wie niet nauwgezet en getrouw aangifte doet, langer in onzekerheid verkeert dat niet alsnog een naheffing op de mat ploft – geen fijn vooruitzicht als de erfenis ondertussen al is uitgegeven. Dat maakt ontwijking en zeker ontduiking minder aantrekkelijk.
Mensen verzwijgen liever dan dat ze jokken
Verder valt aan te bevelen om van álle nalatenschappen aangifte te vragen – dus ook als de erfgenamen menen dat hun erfdelen onder de vrijstellingsgrens vallen. Al was het maar vanwege het psychologische verschil tussen helemaal geen aangifte doen of zwart-op-wit ‘nihil’ moeten invullen: mensen verzwijgen makkelijker dan dat ze jokken (Pittarello et al., 2016). Belangrijk is ook dat beleidsmakers hierdoor de beschikking krijgen over meer informatie om de ontwikkeling van geërfd kapitaal te monitoren. Dit stelt hen in staat om adequaat beleid te formuleren, wat kan bijdragen aan meer transparantie, eerlijke belastingheffing en een beter begrip van de economische dynamieken rondom erfenissen.
Bron: ESB, 10 oktober 2024
Verdiepingscursus Aangifte erfbelasting
Adviseren en aangifte doen liggen dicht bij elkaar. Je adviseert regelmatig bij het afwikkelen van nalatenschappen en wordt vervolgens ook ingeschakeld bij het opstellen van de aangifte. Veel voorkomende vragen zijn wanneer er sprake is van een fictieve verkrijging en hoe de langstlevende optimaal gebruik kan maken van het vruchtgebruiktestament. Ook komt aan de orde op welke vrijstellingen de verkrijgers een beroep kunnen doen. Zowel de theorie als de praktijk van de aangifte voor de erfbelasting zullen op deze cursusdag aan de orde komen.
Geef een reactie