Minister Madlener informeert de Tweede Kamer over de stand van zaken van de invoering van de vrachtwagenheffing.
Realisatie heffingssysteem
RDW voorziet begin volgend jaar de eerste overeenkomsten met EETS (European Electronic Toll Service) dienstaanbieders af te sluiten. Als de testen succesvol zijn doorlopen kan de betreffende EETS-dienstaanbieder starten met het sluiten van overeenkomsten met houders van vrachtwagens. De verwachting is dat de zes dienstaanbieders die zich al hebben aangemeld, ruim voor de start van de vrachtwagenheffing kunnen starten met hun dienstverlening.
Innovatie en verduurzaming van de vervoerssector
Conform de Wet vrachtwagenheffing worden de netto-opbrengsten van de vrachtwagenheffing ingezet om (subsidie)maatregelen te bekostigen voor de innovatie en verduurzaming van de vervoerssector, de zogenoemde terugsluis. In de jaren 2026-2030 gaat het om ruim € 1,6 miljard. Het grootste deel (ruim € 1,4 miljard) hiervan wordt ingezet voor de elektrificatie van vrachtwagens. De maatregelen zijn uitgewerkt in een meerjarenprogramma voor de jaren 2026-2030. Het meerjarenprogramma is op 4 oktober 2024 aan de Kamer aangeboden.
Er is veel animo voor de subsidies en deze waren dan ook snel overtekend. Voor AanZET was in 2024 aanvankelijk een bedrag van € 45 miljoen beschikbaar. Dat budget was op de derde dag van de openstelling ruim overtekend. AanZET is op 1 oktober 2024 nogmaals opengesteld met een budget van ruim € 22 miljoen. Ook deze tweede ronde was op de tweede dag overtekend. Op 24 september konden ondernemers voor het eerst subsidie aanvragen voor de realisatie van, of advies over, laadinfrastructuur (SpriLa). Al na de eerste dag waren de budgetten voor diverse onderdelen uitgeput. Met name voor de subsidie voor laadstations was veel animo. In 2025 worden deze beide subsidieregelingen opnieuw opengesteld.
Wet vrachtwagenheffing
In 2022 is de Wet vrachtwagenheffing aangenomen en in de jaren daarna gedeeltelijk in werking getreden. Voor de start van de vrachtwagenheffing moet de wet gewijzigd worden. Dit is nodig vanwege gewijzigde Europese tolheffingsregels. Bij de realisatie van het heffingssysteem wordt geanticipeerd op de wijzigingen. De belangrijkste wijziging betreft de tariefstructuur. De tarieven moeten op basis van de gewijzigde richtlijn ook gebaseerd worden op de CO2-emissieklasse van het voertuig. Naar aanleiding van de nieuwe Europese tolregels is een wetsvoorstel opgesteld voor de wijziging van de Wet vrachtwagenheffing. Op 3 oktober 2024 is het wetsvoorstel ingediend bij de Kamer. Om te voldoen aan de gewijzigde Europese tolheffingsregels en om duidelijkheid te geven aan de uitvoerende organisaties is het wenselijk om de parlementaire behandeling in 2025, ruim voor de start van de vrachtwagenheffing, af te ronden.
Besluit vrachtwagenheffing
Op 1 januari 2024 is het Besluit vrachtwagenheffing in werking getreden. In dit besluit zijn regels met betrekking tot het verlenen van een ontheffing, het toezicht op de naleving van de Wet vrachtwagenheffing en de verwerking van persoonsgegevens opgenomen. Ook is in het besluit vastgelegd welke voertuigdocumenten een houder bij het sluiten van een dienstverleningsovereenkomst moet overleggen aan een dienstaanbieder. Omdat met de eerdergenoemde wijziging van de Wet vrachtwagenheffing de tarieven mede gebaseerd worden op de CO2-emissieklasse van een vrachtwagen, is een wijziging van het Besluit vrachtwagenheffing op dit punt in voorbereiding.
Bron: Vijfde voortgangsbrief invoering vrachtwagenheffing (stand van zaken najaar 2024), nr. I E NW/BSK-2024/311005, Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, 19 november 2024
Geef een reactie