Staatssecretaris Van Oostenbruggen informeert de Eerste Kamer over de gevolgen van het niet aannemen van het wetsvoorstel Belastingplan 2025.
Parameterwijzigingen
Onderdeel van de jaarlijkse implementatie van het Belastingplan is het treffen van voorbereidingen voor de parameterwijzigingen die ingaan per 1 januari 2025. Om tijdige implementatie van het Belastingplan 2025 per 1 januari 2025 mogelijk te maken, moeten voor een aantal onderdelen met parameterwijzigingen eind 2024 al voorbereidingen worden getroffen.
Inkomensheffing
Eind 2024/begin 2025 legt de Belastingdienst enkele miljoenen voorlopige aanslagen/voorlopige teruggaven inkomensheffing 2025 op. Daarom is het uiterste moment waarop aanpassing van parameterwaarden in de inkomstenbelasting doorgevoerd konden worden 15 november 2024 12:00 uur. Indien het Belastingplan 2025 niet door de Kamer wordt aangenomen, is het gevolg dat de eind 2024/begin 2025 massaal aan burgers toegestuurde opgelegde voorlopige aanslagen 2025 op een onjuist bedrag zijn berekend.
Loonbelastingtabellen
De parameters voor de loonheffingen 2025 worden na de stemmingen in de Tweede Kamer over het Belastingplan 2025 aan de softwareleveranciers aangeleverd. Indien het Belastingplan 2025 niet door de Kamer wordt aangenomen, is het gevolg dat inhoudingsplichtigen vanaf 1 januari 2025 niet met de juiste belastingtarieven rekenen en dus onjuiste bedragen inhouden. Om dit te herstellen, moeten nieuwe loonbelastingtabellen worden uitgebracht die bij de berekening van de in te houden loonheffingen vanaf het 2e kwartaal moeten worden toegepast.
Het gevolg is dat de aansluiting tussen de loonheffing en de inkomensheffing voor het belastingjaar 2025 minder nauwkeurig is. Dit leidt ertoe dat de burger bij de inkomstenbelasting 2025 vaker moet bijbetalen, of juist een extra bedrag moet worden teruggegeven. Er is ook doorwerking naar specifieke onderdelen van de loonbelasting, zoals bijvoorbeeld de hoogte van het eindheffingsbedrag voor bestelauto’s.
Tariefaanpassing energiebelasting en kansspelbelasting
Aanpassingen van parameterwaarden voor de milieubelastingen en kansspelbelasting kunnen nog tijdig per 1 januari van een jaar worden doorgevoerd indien deze 1 december van het jaar voorafgaand (t-1) bekend zijn. Indien het Belastingplan 2025 niet door de Kamer wordt aangenomen, moet de Belastingdienst een noodscenario inzetten om de al eerder doorgevoerde wijzigingen in de tarieven van de energiebelasting en de kansspelbelasting geen doorgang te laten vinden. De normale waarborgen in het implementatietraject kunnen daarbij niet of maar gedeeltelijk worden gevolgd.
Maatregelen uit het Belastingplanpakket 2024 die zijn teruggedraaid
Terugdraaien afschaffen inkoopfaciliteit eigen aandelen
Het terugdraaien van het afschaffen van de inkoopfaciliteit eigen aandelen per 1 januari 2025 is een structuurwijziging in de systemen voor de dividendbelasting. Om deze tijdig te verwerken was een besluit uiterlijk 1 september 2024 nodig. Indien het Belastingplan 2025 niet door de Eerste Kamer wordt aangenomen, dan is het niet meer mogelijk de inkoopfaciliteit per 1 januari 2025 uit de systemen te verwijderen. Het vergt nadere analyse hoe hiermee om te gaan, zou dit zich voordoen.
30%-regeling
Het Belastingplan 2025 schrapt de in 2024 geïntroduceerde versobering van de 30% regeling tot 30-20-10%. Indien het Belastingplan 2025 niet door de Eerste Kamer wordt aangenomen, blijft met ingang van 1 januari 2025 de versobering van de 30%-regeling tot 30-20-10% van kracht. De verwachting is dat dit in de meeste loonsoftwarepakketten niet is ingebouwd. Dit betekent dat werkgevers de regeling handmatig moeten toepassen. Dit is foutgevoelig.
CO2-heffing glastuinbouw
In het Belastingplan 2025 wordt de Belastingdienst aangewezen als uitvoerder van de CO2-heffing glastuinbouw. Indien het Belastingplan 2025 niet door de Eerste Kamer wordt aangenomen, dan kan de Belastingdienst deze heffing per 1 januari 2025 niet uitvoeren.
Eurovignetverdrag (2e nota van wijziging)
De 2e nota van wijziging stelt de inwerkingtreding van een nieuwe tariefstructuur voor het Eurovignet uit. Indien deze bepaling niet in werking treedt, wordt de nieuwe tariefstructuur in Nederland per 1 januari 2025 van kracht, terwijl dit niet door het Eurovignetverdrag wordt gedekt. Het vergt nadere analyse hoe hiermee om te gaan, mocht dit zich voordoen
Ook wil de staatssecretaris de Eerste Kamer meegeven dat maatregelen die niet zouden doorgaan bij het niet aannemen van het Belastingplan 2025, niet zonder meer op korte termijn alsnog te introduceren zijn. De doorlooptijd van de noodzakelijke aanpassingen en de inpasbaarheid in het portfolio zouden dan opnieuw moeten worden beoordeeld. Dit kan betekenen dat het nieuwe eerst mogelijke inwerkingtredingsmoment later in de tijd ligt.
Bron: Kamerbrief over toezegging gevolgen niet aannemen van het wetsvoorstel Belastingplan 2025, nr. 2024-0000519768, Ministerie van Financiën, 19 november 2024
Geef een reactie