Als de aankoopsom voor het recht van erfpacht als schuld wordt gepassiveerd, is de jaarlijkse indexering van deze schuld niet aftrekbaar.
Een vennoot in een vof heeft samen met andere vennoten een recht van erfpacht op percelen grond gekocht. De aankoopsom voor het recht van erfpacht wordt verhoogd en als schuld gepassiveerd. De vennoot heeft de jaarlijkse indexering van deze schuld afgetrokken in zijn aangiften IB/PVV over de jaren 2014 tot en met 2016. Maar de Belastingdienst corrigeert deze aftrek naar nihil. De vennoot is het daar niet mee eens en gaat in beroep. Voor rechtbank Noord-Holland doet hij een beroep op het zogeheten Fagoed-arrest (ECLI:NL:HR:1996:AA1866).
Andere situatie
Maar de rechtbank oordeelt dat de feiten in deze zaak wezenlijk verschillen van die in het Fagoed-arrest. In deze zaak hebben de vennoten een erfpachtrecht en kooprecht overgenomen, terwijl in het Fagoed-arrest sprake was van verkoop van grond onder voorbehoud van erfpachtrecht en terugkooprecht. Nu de vennoten geen geld van een derde hebben ontvangen in het kader van verkoop van blote eigendom, is geen sprake van een situatie die vergelijkbaar is met een geïndexeerde geldlening. Bovendien behoort de grond niet tot het ondernemingsvermogen van de vof voorafgaand aan de verkrijging van het recht van erfpacht. De rechtbank verwerpt de stelling van de vennoot dat hij door de koop van het recht van erfpacht in dezelfde situatie als de oorspronkelijke eigenaar was komen te verkeren. De vormgeving van de transactie is wel degelijk van invloed op de fiscale verwerking daarvan. De rechtbank verklaart het beroep van de vennoot dan ook ongegrond.
Wet: art. 3.8 Wet IB 2001
Geef een reactie