Minister Heinen stuurt de Eerste en Tweede Kamer het advies van de Europese Centrale Bank (ECB) over een amendement over een acceptatieplicht voor contant geld bij kleine betalingen.
In het advies maakt de ECB drie opmerkingen over het amendement. Ten eerste wijst de ECB erop dat het Hof van Justitie van de Europese Unie in haar arrest Hessischer Rundfunk reeds heeft vastgesteld dat de hoedanigheid van wettig betaalmiddel van eurobankbiljetten en -munten al een acceptatieplicht inhoudt. Het amendement verduidelijkt en versterkt die verplichting, maar roept geen nieuwe in het leven.
Ten tweede concludeert de ECB dat het amendement past binnen de ruimte voor lidstaten om regels te stellen over de afwikkeling van geldelijke verplichtingen, met name op het gebied van consumentenbescherming. Het amendement maakt dus geen inbreuk op de exclusieve bevoegdheid van de Unie op het gebied van monetair beleid c.q. het begrip ‘wettig betaalmiddel’. Ten derde benadrukt de ECB dat zij een groot voorstander is van Europese wetgeving op dit terrein.
Het kabinet blijft onderhandelen over het voorstel van de Europese Commissie voor de verordening contant geld als wettig betaalmiddel, op basis van het kabinetsstandpunt uit het BNC-fiche. De minister is bezig met de voorbereidingen voor een uitzonderingsbesluit, zodat de voorgestelde acceptatieplicht zo snel mogelijk in werking kan treden nadat de Eerste Kamer het wetsvoorstel aanneemt.
Bron: Brief ECB-advies amendement acceptatieplicht contant geld, nr. 2024-0000568386, Ministerie van Financiën, 16 december 2024
Geef een reactie