De verhuizing naar een andere woning betekent niet per definitie dat de werkruimte in de oude woning is te heretiketteren tot ondernemingsvermogen.
Een man drijft een eenmanszaak. Samen met zijn ex-partner heeft hij de eigendom van een woning. De man heeft op 30 september 2014 een appartement gekocht op een ander adres. Vanaf 31 december 2014 tot 30 december 2019 is dat zijn woonadres. De eenmanszaak is tot 6 januari 2015 gevestigd in de woning van de man en zijn ex-partner (oude woning). De man heeft echter deze woning in eerste instantie tot zijn privévermogen gerekend. Vanaf 6 januari 2015 is de eenmanszaak gevestigd in het nieuwe appartement. De man stelt echter nog wel in de werkkamer van de oude woning ondernemingsactiviteiten te verrichten. Hij meent dat de verhuizing een bijzondere omstandigheid is die een heretikettering van de oude woning tot ondernemingsvermogen rechtvaardigt.
Fiscus volgt oorspronkelijke heretikettering
Zowel de Belastingdienst als hof Arnhem-Leeuwarden vindt dat man niet aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake was van een bijzondere omstandigheid die heretikettering zou rechtvaardigen. Het hof benadrukte dat voor heretikettering de ondernemer een duidelijke wijziging in het gebruik van het vermogensbestanddeel moet aantonen. In deze zaak is dat niet gebeurd. De man heeft namelijk onvoldoende bewijs geleverd dat hij de werkkamer daadwerkelijk voor zijn onderneming heeft gebruikt. Hierdoor blijft de oorspronkelijke etikettering van kracht. De man mag de werkkamer dus niet heretiketteren naar privévermogen.
Wet: art. 3.17, 3.41 en 5.20 Wet IB 2001
Geef een reactie