A-G Koopman roept de Hoge Raad op zijn rechtspraak te wijzigen over het intrekken van bezwaarschriften door het bestuursorgaan.
Een ondernemer is herhaaldelijk niet-ontvankelijk verklaard in zijn bezwaren en beroepen tegen op aangifte betaalde omzetbelasting, vanwege termijnoverschrijding en het niet betalen van griffierecht.
Het geschil
Bij de Hoge Raad is in geschil of de inspecteur een uitspraak op bezwaar kan intrekken of wijzigen zonder dat deze uitspraak door de rechter is vernietigd. De rechtbank ging ervan uit dat dit mogelijk zou moeten zijn, in lijn met de rechtspraak van andere hoogste bestuursrechters, maar volgens de Hoge Raad kan het niet.
Hoge Raad moet rechtspraak heroverwegen
A-G Koopman concludeert dat de inspecteur niet opnieuw uitspraak op bezwaar kan doen zonder eerdere rechterlijke vernietiging van de oorspronkelijke uitspraak. Hij roept de Hoge Raad op om zijn rechtspraak te heroverwegen, gezien de knellende gevolgen en de werkdruk in de rechterlijke macht. De inspecteur moet ook zonder rechterlijke vernietiging van de uitspraak op bezwaar, zijn uitspraak op bezwaar kunnen heroverwegen. De A-G adviseert de Hoge Raad daarom het cassatieberoep van de ondernemer gegrond te verklaren en de zaak te verwijzen voor een nieuwe behandeling van het verzet.
Wet: art. 6:11 en 8:41 lid 6 Awb en art.. 25 lid 1 AWR
Bron: parket bij de Hoge Raad 20 december 2024 (gepubliceerd 17 januari 2025), ECLI:NL:PHR:2024:1397, 24/01955
Geef een reactie