Art. 6.3 lid 1, letter a en f, Wet IB 2001. Belanghebbende heeft in aanvulling op het echtscheidingsconvenant betalingen gedaan aan zijn ex-partner. Belanghebbende heeft geen feiten of omstandigheden aannemelijk gemaakt die tot de conclusie leiden dat de betalingen als uitgaven voor onderhoudsverplichtingen kwalificeren. Hoger beroep ongegrond.
Meer informatie: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHDHA:2024:2382&pk_campaign=rss&pk_medium=rss&pk_keyword=uitspraken
Geef een reactie