De Kennisgroep onroerende zaken heeft de vraag beantwoord of een belastingplichtige voor de eigenwoningregeling voldoet aan de voorwaarde dat de waardeverandering van de woning hem of zijn partner grotendeels aangaat als de waarde van de grond in verhouding tot de grond en de opstal samen meer bedraagt dan 50%.
Bepaalde woningen zijn gebouwd op grond waarop een recht van erfpacht is gevestigd en waarbij voor de woning een van dat recht van erfpacht afhankelijk recht van opstal is gevestigd. Bij vestiging van het recht heeft de belastingplichtige een koopsom voor de opstal betaald. Voor het recht van erfpacht (het gebruik van de grond) betaalt de belastingplichtige een periodieke canon. Het kan voorkomen dat de waarde van de grond in verhouding tot de grond en de opstal samen (de zogenoemde grondquote) meer bedraagt dan 50%.
Vraag
- Moet voor de toets of aan de 50%-eis is voldaan in deze situatie alleen worden gekeken naar de waarde van de woning (opstal) of naar de waarde van de grond en de woning samen?
- Van welke waarde moet worden uitgegaan bij het bepalen van het eigenwoningforfait?
Antwoord
- Voor de toets of aan de 50%-eis is voldaan, moet in deze situatie alleen worden gekeken naar de waarde van de woning.
- De waarde van de woning in volle en onbezwaarde eigendom, oftewel van de waarde van de grond en woning samen.
Bron: Belastingdienst, 31 januari 2025
Masterclass in de Eigenwoningregeling
De afgelopen jaren is de fiscale wet- en regelgeving in de eigenwoningregeling op verschillende punten gewijzigd. Sommige regelingen zijn verre van begrijpelijk en lastig uitvoerbaar. Met name als partners samen een woning kopen en een hypotheekverleden hebben. Ook speelt het nieuwe huwelijksvermogensrecht een grote rol in de samenstelling van de nieuwe hypotheekconstructie en de gevolgen hiervan als partners uit elkaar gaan.
Geef een reactie