De verkoopprijs van een auto aan de dga vormt de maatstaf voor de btw-heffing, niet de taxatiewaarde.
Een bv verkoopt een auto aan haar directeur-grootaandeelhouder (dga) voor een bedrag dat lager is dan de taxatiewaarde. De inspecteur stelt dat de taxatiewaarde als maatstaf voor de btw-heffing moet gelden en dat sprake is van misbruik van recht. Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt echter dat de verkoopprijs de maatstaf vormt. De inspecteur gaat in hoger beroep.
Levering onder bezwarende titel
Hof Den Bosch oordeelt dat sprake is van een levering onder bezwarende titel. Dit komt door het rechtstreekse verband tussen de verkoopprijs en de levering van de auto. De inspecteur vindt dat de levering niet onder bezwarende titel is verricht. Hij wijst op de lage prijs, de banden tussen de partijen en de btw-besparing. Deze factoren doen volgens het hof geen afbreuk aan de kwalificatie van een levering onder bezwarende titel. De verkoopprijs is de werkelijke tegenwaarde voor de levering van de auto.
Geen misbruik van recht
Het hof oordeelt verder dat geen sprake is van misbruik van recht. Er is slechts één relevante transactie, dus geen samenstel van transacties. Een abnormaal lage vergoeding vormt op zichzelf ook nog geen misbruik. De inspecteur heeft niet aannemelijk gemaakt dat de vergoeding het resultaat is van misbruik.
Verkapte dividend
Tot slot oordeelt het hof dat het verkapte dividend niet tot de maatstaf van heffing behoort. Slechts in uitzonderlijke gevallen is dividend aan te merken als vergoeding voor een prestatie. Het hoger beroep van de inspecteur is ongegrond.
Geef een reactie