Belanghebbende heeft geen feiten en omstandigheden aannemelijk gemaakt waaruit volgt dat hij recht heeft op een hogere kostenaftrek dan reeds is toegestaan en op zelfstandigenaftrek. De Rechtbank heeft de immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn en de proceskostenvergoeding juist vastgesteld.
Meer informatie: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHDHA:2025:26&pk_campaign=rss&pk_medium=rss&pk_keyword=uitspraken
Geef een reactie