Artikel 6.31 Wet IB 2001
Belanghebbende stelt dat er een hoger bedrag van de verbouwingsuitgaven voor het monumentenpand in aanmerking genomen moet worden als onderhoudskosten. Belanghebbende heeft in hoger beroep onvoldoende feiten en omstandigheden aannemelijk gemaakt die de conclusie rechtvaardigen dat hij terecht aanspraak maakt op een hogere aftrek. Het hoger beroep is ongegrond.
Meer informatie: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHSHE:2024:3081&pk_campaign=rss&pk_medium=rss&pk_keyword=uitspraken
Geef een reactie