
Staatssecretaris Van Oostenbruggen stuurt de Tweede Kamer een rapport over het vermogen in familiestichtingen. Dit vanwege het vermoeden dat een deel van het privévermogen van huishoudens om fiscale redenen is ondergebracht in familiestichtingen waarbij het maatschappelijke belang niet altijd voorop lijkt te staan.
Het onderzoek brengt in kaart hoeveel vermogen zich bevindt in Nederlandse familiestichtingen en hoe dit vermogen wordt betrokken in de belastingheffing. Van de 234.200 stichtingen in Nederland begin 2022, was 28% een stichting die het vermogen van anderen beheert, zoals een stichting administratiekantoor. Deze stichtingen zijn buiten beschouwing gelaten in het onderzoek. Van de overige 169.600 stichtingen had 30% ten hoogste twee bestuurders, en 9% had een bestuur waarbij ten minste de helft van de leden een zakelijke of familiaire relatie met elkaar had. Ook 6.000 ANBI-stichtingen kwalificeerden als familiestichting omdat ten minste de helft van het bestuur aan elkaar gelieerd was.
De familiestichtingen in het onderzoek bezitten gezamenlijk ten minste € 30,8 miljard vermogen, waarvan € 19,0 miljard bij stichtingen waar ten minste de helft van de bestuursleden aan elkaar gelieerd is en € 12,5 miljard bij de top 50 stichtingen die in de statuten familieleden aanwijzen als bestuurslid. Het grootste deel van dit vermogen (58% tot 97%) bestaat uit beleggingsvermogen zoals effecten, aandelenbelangen in bedrijven en woningen. Bijna al dit vermogen (82% tot 99,7%) wordt niet in de belastingheffing betrokken.
Fiscale voordelen zijn niet alleen voor stichtingen met maatschappelijk belang
De families achter deze familiestichtingen behoren relatief vaak tot de meest vermogende Nederlanders: 20% tot 48% behoort tot de top 1% rijkste huishoudens. De Belastingdienst ziet dat bij familiestichtingen gebruik wordt gemaakt van bepaalde belastingstructuren, waarvan soms de vraag gesteld kan worden of deze maatschappelijk wenselijk zijn. Hoewel veel stichtingen fiscaal gunstig behandeld worden vanwege hun maatschappelijke bijdrage, kan dit schuren wanneer fiscale voordelen niet alleen toekomen aan stichtingen die het maatschappelijke belang boven het familiebelang stellen.
De gunstige fiscale behandeling van (familie)stichtingen betreft drie thema’s: het niet kwalificeren als afgezonderd particulier vermogen, de kwalificatie als niet-belastingplichtige voor de vennootschapsbelasting, en in bepaalde gevallen de kwalificatie als ANBI met bijbehorende voordelen zoals de giftenaftrek. Deze thema’s vragen om aandacht om te waarborgen dat fiscale voordelen alleen terechtkomen waar dat maatschappelijk gewenst is. Evaluatie van de wetgeving omtrent afgezonderd particulier vermogen en de vennootschapsbelastingplicht van stichtingen is nodig, evenals de evaluatie van de ANBI-regeling.
Online cursus Familiestichting en family governance
In deze cursus bespreekt ervaren specialist ondernemingsrecht en vermogensbescherming Alycke Kootstra de verschillende mogelijkheden en bijbehorende afwegingen. Aan de hand van praktijkvoorbeelden leer je hoe een familiestichting en family governance kunnen worden ingericht. Daarbij is uiteraard aandacht voor wijzigende wet & regelgeving waaronder het UBO-register en Wetsvoorstel bestuur en toezicht.
Geef een reactie