
Mr. Douwe Postema geeft zijn precommentaar op een herstelarrest, dat als gevolg heeft dat een bestuursorgaan meer griffierecht moet betalen.
Het Dagelijks Bestuur van de Belastingsamenwerking had cassatieberoep ingesteld tegen een hofuitspraak inzake een WOZ-beschikking. De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 31 januari 2025 dit cassatieberoep ongegrond verklaard. Zie ook NTFR 2025/247 en ‘Geen beperking proceskosten WOZ bij verweer in cassatie’. Vervolgens is van het Dagelijks Bestuur griffierecht geheven van € 138. Nadat dit arrest was gewezen, heeft de Hoge Raad geconstateerd dat ten onrechte het lage bedrag aan griffierecht was geheven. In het onderhavige herstelarrest wordt deze fout hersteld door alsnog het hoge bedrag aan griffierecht à € 559 te heffen.
Commentaar mr. Douwe Postema
Taxence vroeg mr. Douwe Postema, senior juridisch adviseur bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, om een reactie op dit arrest.
In mijn noot bij het arrest van 31 januari 2025 (ECLI:NL:HR:2025:156, NTFR 2025/247) heb ik opgemerkt dat de Hoge Raad abusievelijk het verlaagde tarief van het griffierecht heeft vermeld in plaats van het hogere tarief voor niet-natuurlijke personen. Omdat het gaat om een kennelijke fout die zich voor eenvoudig herstel leent (vgl. HR 3 februari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV2583, NTFR 2012/393, r.o. 3.5.1), kan deze vergissing door middel van een herstelarrest worden gecorrigeerd. Verbetering van het arrest was wat mij betreft niet nodig geweest. De kennelijke misslag (het te lage bedrag aan griffierecht) is namelijk slechts een voordeeltje voor het bestuursorgaan en niet in het nadeel van de belastingplichtige. Bovendien heeft de Hoge Raad in het oorspronkelijke arrest van 31 januari 2025 de beslissing over het griffierecht opgenomen ná de vermelding van de zetel en derhalve niet in de uitspraak zelf vastgelegd (het dictum dan wel de overwegingen). De inhoud van de uitspraak wijzigt door het herstelarrest dan ook niet. De Hoge Raad wijkt met de heffing van griffierecht van bestuursorganen overigens af van de werkwijze van de gerechtshoven en van de andere hoogste bestuursrechters, die de beslissing om van het bestuursorgaan griffierecht te heffen in het dictum opnemen.
Wet: art. 8:109 Awb en art. 29 AWR
Bron: Hoge Raad 21 februari 2025, ECLI:NL:HR:2025:311, 24/01942
Geef een reactie