
Als een aflossingsvrije hypotheek op grond van overgangsrecht kwalificeert als eigenwoningschuld, kan de belastingplichtige deze lening niet zomaar in box 3 laten vallen.
Een man heeft zijn eigen woning gefinancierd met een aflossingsvrije hypothecaire lening. Deze lening kwalificeert op 31 december 2012 als eigenwoningschuld. De man heeft deze lening in zijn aangifte IB/PVV 2016 aangemerkt als een box 3-schuld. Maar volgens de inspecteur is sprake van een eigenwoningschuld in box 1. Rechtbank Den Haag (NTFR 2024/943) heeft de inspecteur in het gelijk gesteld. Nu de lening is aangegaan in verband met de verwerving van de eigen woning vóór 2013, moet de lening op grond van het overgangsrecht met betrekking tot de aflossingseis in de eigenwoningregeling volgens de rechtbank worden aangemerkt als eigenwoningschuld.
Geen verdragsrechtelijke discriminatie
De man gaat in cassatie, maar de Hoge Raad is het eens met de rechtbank. Volgens de Hoge Raad heeft de rechtbank de wettelijke rangorderegeling van en het overgangsrecht voor de eigenwoningregeling correct toegepast. Voor de gronden verwijst de Hoge Raad naar de onderdelen 5.11, 5.12, 5.17 en 5.18 van de conclusie van de Advocaat-generaal in deze zaak (NTFR 2025/229). De man stelt nog dat sprake is van verdragsrechtelijke discriminatie omdat belastingplichtigen met een na 1 januari 2013 afgesloten lening hun lening wel mogen herkwalificeren. Dit betoog, faalt echter ook. Met de keuze om de voorgeschreven toepassing van het regime voor eigenwoningschulden, dat gold op 31 december 2012, te beperken tot op die datum bestaande eigenwoningschulden, heeft de wetgever zijn ruime beoordelingsvrijheid niet overschreden. De Hoge Raad verklaart het cassatieberoep van de man ongegrond.
Wet: art. 2.14, 3.119a, 10bis.1 en 10bis.9 Wet IB 2001
Bron: Hoge Raad 14 maart 2025, ECLI:NL:HR:2025:378, 24/01546
Masterclass in de eigenwoningregeling
De afgelopen jaren is de fiscale wet- en regelgeving in de eigenwoningregeling op verschillende punten gewijzigd. Sommige regelingen zijn verre van begrijpelijk en lastig uitvoerbaar. Met name als partners samen een woning kopen en een hypotheekverleden hebben. Ook speelt het nieuwe huwelijksvermogensrecht een grote rol in de samenstelling van de nieuwe hypotheekconstructie en de gevolgen hiervan als partners uit elkaar gaan.
Geef een reactie