Dat Nederland uitgerekend op vrijdag de 13e in Salvador aantreedt voor haar eerste groepswedstrijd, zal voor de cynici onder ons een voorteken zijn van een mislukt WK. Bij Taxence zijn we niet zo bijgelovig en kijken liever naar de cijfers. Niet naar de voetbalstatistieken, want daar is zeker tegen de regerend wereldkampioen geen eer aan te behalen. Nee, wij houden het liever bij ons eigen vakgebied en analyseren op geheel eigen, fiscale wijze de wedstrijd Spanje – Nederland.
Voetbal en belasting gaan in Spanje hand in hand. Of beter gezegd: voetbal en het niet betalen van belasting. De belastingafdracht van clubs werd jaren uitgesteld om ervoor te zorgen dat spelers voor astronomische bedragen konden worden aangetrokken. De ambtenaren van de Spaanse belastingdienst (Agencia Tributaria) knepen als trouwe voetbalfans graag een oogje toe. Andere Europese landen, Nederland voorop, waren en zijn daar minder over te spreken en wijzen nog regelmatig met een beschuldigend vingertje naar de clubs uit de Primera Division.
Fair play
Hierbij wordt Nederland in de marge gesteund door de internationale voetbalbonden die werken aan een financieel egaal speelveld. Met een nieuwe termijn van Blatter als voorzitter zal dat waarschijnlijk steun in de marge blijven. Maar ook al trekt de FIFA-mastodont nog jaren aan de handrem, langzaam, heel langzaam, wordt de roep om financial fair play gehoord. De Spaanse voetbalbond LFP die jarenlang Oost-Indisch doof was voor de – voorlopig loze – kreten van de FIFA, neemt volgend jaar zowaar maatregelen. Clubs moeten 35% van de televisierechten aan de bond afgedragen om achterstallige belastingschulden te vereffenen.
In duel met de fiscus
Ook spelers worden steeds vaker op de vingers getikt. Zo moest Iker Casillas in mei van dit jaar nog 1,6 miljoen euro ophoesten om naar eigen zeggen ‘een misverstand met de belastingdienst op te helderen’. Want belasting ontwijken, dat komt bij de 153-voudig international niet in het woordenboek voor. Ook internationals uit andere landen die in Spanje actief zijn, moeten achter de schermen steeds vaker een duel uitvechten met de fiscus, wonderkind Messi voorop.
Spanje vs Nederland
Na deze warming up over de Spaanse competitie is het tijd om over te schakelen naar de wedstrijd tussen Spanje en Nederland. Op fiscaal gebied gaat het natuurlijk niet alleen om de miljoenensalarissen van de spelers van El furia Roja. Het land van aftredend koning Juan Carlos telt namelijk nog 47.370.542 andere inwoners. Inwoners die met een toptarief van 45% minder belasting over hun inkomen betalen. Volgens de Cruijffiaanse dooddoener ‘Je wint als je meer scoort dan je tegenstander,’ betekent dit een vroege 1-0 voor Oranje. Geen verrassing, want met 52% behoort ons kikkerlandje bij de wereldtop. Maar ook Spanje heeft sterke kanten aan zijn fiscale opstelling. Met 30% kan de vennootschapsbelasting bijvoorbeeld genadeloos toeslaan. Daar is onze vpb kansloos tegen en zo staat nog voor rust de 1-1 op het scorebord.
Gelijke strijd
Wat betreft de Impuesto sobre el Valor Añadido (btw) is het verschil tussen de twee landen minder groot. Het toptarief van 21% is gelijk, maar de bewoners van het Iberisch Schiereiland hebben twee lagere tarieven van 10 en 4 procent tegenover het Nederlandse 6%-tarief. Een snelle middeling van de lage Spaanse tarieven, lijkt erop te wijzen dat de Spanjaarden net iets sterker zijn, maar voor de rust wordt er niet meer gescoord.
Na de rust
Minister van Financiën Montoro gebruikt de rust die na het paniekvoetbal tijdens de crisis is teruggekeerd om een aantal wijzigingen door te voeren. Hij wil omschakelen van een 21-10-4 systeem naar een 23-13-4 formatie en zo de winst – of eigenlijk omzet – naar zich toetrekken. De vraag is alleen of zijn spelers daarin meegaan. Sinds 2011 is de btw al met 5% gestegen en een extra belasting kan wel eens tot kramp in de tweede helft leiden. Hierover zal hij al een beslissing nemen in maart, maar de technische staf heeft nog steeds geen knoop doorgehakt. We zijn dus in de blessuretijd beland.
Blessuretijd
Chauvinistisch als we zijn, gaan we er vanuit dat de Spaanse systeemwijziging nog langer op zich laat wachten dan duidelijkheid over de WKR. Zo blijft de stand gelijk. Niet gek tegen het land dat de laatste drie grote toernooien als winnaar uit de bus kwam. Maar nog niet bepaald een reden om in juichpak over straat te rennen. Volgende week taxeren we de volgende tegenstander: Australië.
Geef een reactie