Staatssecretaris Wiebes laat weten dat hij afziet van het instellen van beroep in cassatie in de zaak waarbij de afroommethode bij meer werknemers in een orthodontistenpraktijk niet werd toegestaan. Ter toelichting merkt hij het onderstaande op.
Zie 'Geen afroommethode bij bv met verschillende werknemers' voor meer informatie.
De Hoge Raad heeft in het verwijzingsarrest geoordeeld dat de afroommethode niet mag worden toegepast in een geval waarin naast de directeur-enig aandeelhouder nog enige werknemers in dienst van de vennootschap werkzaam zijn. In een zodanig geval kan volgens de Hoge Raad namelijk niet worden aangenomen dat de opbrengsten van die vennootschap (nagenoeg) geheel voortvloeien uit de door de directeur daarvan – in zijn hoedanigheid van werknemer – verrichte arbeid. Het Hof heeft mijns inziens met juistheid uit het verwijzingsarrest afgeleid dat in het onderhavige geval de afroommethode niet is toegestaan.
Het Hof heeft voorts de door de Inspecteur als alternatief voor de afroommethode aangedragen de winstreductiemethode (nettowinst minus een vergoeding voor het verstrekken van kapitaal) verworpen, aangezien ook die methode uitgaat van de opbrengsten van belanghebbende. Naar mijn mening volgt uit het verwijzingsarrest dat in een geval als het onderhavige de hoogte van het gebruikelijk loon moet worden onderbouwd met andere gegevens dan de opbrengsten van belanghebbende, zodat 's Hofs oordeel geen blijk geeft van een onjuiste rechtsopvatting. De Inspecteur heeft diverse documenten ingebracht ter onderbouwing van zijn stelling dat een hoger loon in aanmerking moet worden genomen dan de door belanghebbende toegekende arbeidsbeloning. Die documenten zien echter niet op de beloning van werknemers in orthodontistenpraktijken. Het Hof heeft de aangedragen gegevens dan ook onvoldoende geacht (evenals hetgeen overigens is aangevoerd) om de Inspecteur geslaagd te achten in het van hem gevergde bewijs. Dit oordeel berust op de aan het Hof voorbehouden waardering van de bewijsmiddelen. Hoewel ik met de Inspecteur meen dat de gegevens met betrekking tot een tandartsenpraktijk wel relevant kunnen zijn in dezen, acht ik 's Hofs oordeel niet volstrekt onbegrijpelijk, zodat van cassatieberoep op dit punt geen succes valt te verwachten.
Meer informatie: Afroommethode bij meer werknemers in orthodontistenpraktijk niet toegestaan
Geef een reactie