• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Naheffing wanneer bv niet meer voldoet aan concerneis

13 oktober 2014 door Giniraynha Poulina

Als een voorwaardelijke vrijstelling – zoals de reorganisatievrijstelling in de Wet op Belastingen van rechtsverkeer – is verleend, vangt de naheffingstermijn pas aan op het moment dat die vrijstelling wordt teruggenomen.

Zo had een bv de vrijstelling voor interne reorganisatie toegepast toen zij het juridische eigendom van een pand verkreeg van een gelieerde bv. Deze verkrijging vond plaats op 31 december 2004. Op 1 maart 2007 waren alle aandelen van deze bv geleverd aan een niet-gelieerde bv. Zij maakte vanaf dat moment dus geen deel meer uit van het concern. Hierdoor kwam de verleende reorganisatievrijstelling te vervallen en kreeg de bv een op 10 december 2010 gedagtekende naheffingsaanslag opgelegd. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelde eerder al dat de inspecteur deze naheffingsaanslag op tijd had opgelegd aan de bv. Ook de Hoge Raad besliste nu dat deze naheffingsaanslag in stand moet blijven. De Hoge Raad wees de bv erop dat indien een vrijstelling een voorwaardelijk karakter heeft, en op een bepaald moment niet langer wordt voldaan aan de voorwaarden die gelden voor toepassing van die vrijstelling, de belastingschuld pas ontstaat op dat latere moment. In dit geval was de belastingschuld voor de verkrijging op 31 december 2004 pas op 1 maart 2007 ontstaan. De bevoegdheid van de inspecteur tot naheffing van overdrachtsbelasting in verband met deze verkrijging verviel vijf jaren na 31 december 2007, dus op 31 december 2012. De dagtekening van de naheffingsaanslag was 10 december 2010. De naheffingsaanslag was dus tijdig opgelegd.

 

Wet: artikel 15, eerste lid, letter h van de Wet op Belastingen van rechtsverkeer, artikel 5b, tweede lid, Uitvoeringsbesluit Belastingen van rechtsverkeer en artikel 20, derde lid AWR

Meer informatie: Hoge Raad Datum, 10 oktober 2014, ECLI:NL:HR:2014:2922

Filed Under: BTW & overdrachtsbelasting, Fiscaal nieuws, Nieuws

Reageer
Vorige artikel
Verkrijging eigen aandeel in datahotel onbelast
Volgende artikel
Verruimde schenkingsvrijstelling mogelijk zonder eigen woning

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

sloop woning

Geur woning geen onvoorziene omstandigheid, geen verlaagd OVB

Een echtpaar moet het 8%-tarief overdrachtsbelasting betalen omdat zij de aangekochte woning niet bewonen vanwege niet te verhelpen geur. Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de geur geen onvoorziene omstandigheid is, omdat kopers nader onderzoek hadden moeten doen.

KOR

Abusievelijke aanvraag KOR leidt toch tot belastingplicht

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat een gemachtigde bevoegd was om deelname aan de kleineondernemersregeling aan te vragen. De naheffingsaanslag is terecht, ondanks dat de aanvraag abusievelijk was gedaan.

landbouwnormen 2023

Landbouwnormen: normen en richtlijnen voor eigen verbruik beschikbaar

De Landelijke Landbouwnormen voor eigen verbruik en richtlijnen voor privégebruik voor 2025 zijn nu beschikbaar.De Landelijke Landbouwnormen voor eigen verbruik en richtlijnen voor privégebruik voor 2025 zijn nu beschikbaar.

handel computers

A-G: Geen pleitbaar standpunt bij opzettelijke btw-carrouselfraude

A-G Van Kempen concludeert dat een ondernemer die zelf bewust deelneemt aan een btw-carrousel en daarbij valse documenten verstrekt, zich niet kan beroepen op een pleitbaar standpunt

A-G: splitsingsvrijstelling overdrachtsbelasting geldt ook bij OZR-aandelenverkrijging

A-G Wattel concludeert dat de splitsingsvrijstelling van overdrachtsbelasting ook van toepassing is op de verkrijging van aandelen die bij een juridische splitsing worden uitgereikt, ook als daardoor een OZR ontstaat.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Online cursus ViDA – btw in het digitale tijdperk

Online cursus Btw-aangifte

Masterclass Overdrachtsbelasting

AGENDA

Online cursus Estate planning voor de AB-houder & inkomstenbelasting

Masterclass verantwoord adviseren: Ethiek als kompas in de fiscaliteit

Online cursus ViDA – btw in het digitale tijdperk

Verdiepingscursus DGA-advisering

Leergang Erfrecht

Stoomcursus Estate planning praktisch ingezet

Online cursus Schenken en lenen in familieverband

Mindful het nieuwe jaar in

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Online Basistraining AI voor de fiscale praktijk

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×