Bij een stuntvlieger die jaren achtereen geen positieve resultaten had behaald, was geen sprake van een activiteit waarmee voordeel werd beoogd en redelijkerwijs te verwachten viel. Daar maakte de economische crisis geen verschil in, aldus Hof Amsterdam.
Een piloot schreef zich vanaf 1 januari 2004 bij de KvK in als eenmanszaak. Zijn activiteiten bestonden uit stuntvliegen en aerobatics in eenpersoonstoestellen. Bij de aanslagen die de inspecteur oplegde voor de jaren 2005 en 2006 was in geschil of de activiteiten van de stuntvlieger een bron van inkomen vormden. Volgens de rechtbank en het hof was dit niet het geval en was er daarom ook geen sprake van een onderneming. De stuntvlieger gaf aan dat negatieve jaarwinsten gebruikelijk zijn in de aanloopfase en dat in de jaren dat hij positieve resultaten had moeten behalen, de crisis de kop opstak. Maar uit de cijfers bleek dat de man tot en met 2012 geen positieve resultaten had behaald. Dat wees er niet op dat in de jaren 2005 en 2006 alleen sprake was geweest van een verliesgevende ‘aanloopfase’. Het was toen dan ook niet redelijkerwijs te verwachten dat de stuntvlieger winst zou gaan behalen. Er was dus geen bron van inkomen en geen onderneming.
Meer informatie: Hof Amsterdam, 11 september 2014 (gepubliceerd 15 oktober 2014), ECLI:NL:GHAMS:2014:4106
Geef een reactie