De Belastingdienst mag niet zomaar een forfaitair dividendrendement heffen van Nederlanders met een aanmerkelijk belang in buitenlandse beleggingsinstellingen. Het vrije kapitaalverkeer wordt hierdoor belemmerd, zo blijkt uit uitspraak van het Europese Hof van Justitie in de zaak Van Caster en Van Caster.
In de zaak werd de prejudiciële vraag gesteld of de forfaitaire belasting van opbrengsten uit zogenoemde ‘niet-transparante’ (binnenlandse en) buitenlandse beleggingsfondsen krachtens het Investmentsteuergesetz (Duitse wet inzake belasting op beleggingen) in strijd is met het vrije kapitaalverkeer.
Het Hof kwam tot de volgende conclusie:
‘Een wettelijke regeling van een lidstaat, waarvan het gecombineerde effect is dat de opbrengsten voor ingezetenen van die lidstaat uit buitenlandse beleggingsfondsen, indien de verplichtingen van transparantie en tot informatieverstrekking uit hoofde van die wet niet zijn nagekomen, aan een forfaitaire belasting worden onderworpen in plaats van aan een belasting op basis van werkelijke of geschatte waarden, een bij artikel 63 VWEU verboden beperking vormt van het vrije kapitaalverkeer en kan niet worden gerechtvaardigd door de noodzaak om een evenwichtige verdeling van de heffingsbevoegdheid tussen de lidstaten te handhaven of doeltreffende fiscale controles te verzekeren.’
Meer informatie: Zaak C‑326/12 Van Caster en van Caster vs. Finanzamt Essen-Süd
Geef een reactie