Naar aanleiding van het bericht dat Rabobank de boete voor het manipuleren van de Liborrente in mindering zou kunnen brengen op de winst, heeft het kabinet de aftrekbaarheid van buitenlandse boetes opnieuw beoordeeld. Het kabinet vindt het onderscheid in behandeling tussen binnenlandse en buitenlandse boetes in het huidige tijdsgewricht niet langer wenselijk en kondigt dan ook een wetswijziging aan.
Vanaf 1 januari 1991 was het al niet meer mogelijk om geldboetes die worden betaald aan de Nederlandse overheid of aan instellingen van de Europese Unie in aftrek te brengen op het fiscale resultaat. Er zijn volgens het kabinet geen zwaarwegende principiële redenen waarom een onderscheid zou moeten worden gehandhaafd in de fiscale behandeling van een boete die in Nederland is opgelegd dan wel een boete die in het buitenland is opgelegd. De schade voor een ondernemer als gevolg van een in het buitenland opgelegde boete, zou niet moeten worden verminderd door middel van een belastingaftrek in Nederland.
Uitsluiting van aftrek
Daarom is staatssecretaris Wiebes voornemens de uitsluiting van de aftrek van geldboetes op grond van artikel 3.14, eerste lid, onderdeel c, van de Wet inkomstenbelasting 2001 uit te breiden tot alle geldboetes. Het desbetreffende wetsvoorstel zal als onderdeel van het pakket Belastingplan 2015 op Prinsjesdag aan uw Kamer worden verzonden.
Uitzondering
Voor de uitzonderlijke gevallen waarin in het buitenland geldboetes worden opgelegd voor vergrijpen waarvan de strafbaarheid evident strijdig is met de Nederlandse rechtsorde, zal worden bezien of op grond van de hardheidsclausule de opgelegde boete toch in aftrek mag worden gebracht. Dit geldt ook wanneer er sprake is van onbehoorlijke rechtspleging. Mocht blijken dat er zich voldoende soortgelijke onbillijke gevallen voordoen, dan zou eventueel tegemoetkomend beleid kunnen worden opgesteld.
Meer informatie: Aftrekbaarheid buitenlandse boetes
Geef een reactie