Een verpleegkundige die naast haar werkzaamheden in loondienst zorgprestaties verricht, is geen zelfstandig ondernemer. Het feit dat de verpleegkundige als zzp'er stond ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en verschillende opdrachtgevers had, deed daar niets aan af.
In deze zaak ging het om een vrouw die naast een dienstverband als psychiatrisch verpleegkundige werkzaam was als zorgverlener, waarvoor zij stond ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Een bemiddelingsbureau hielp haar bij het vinden van werk. De inspecteur had het (zorgverlenings-)inkomen van de vrouw in eerste instantie aangemerkt als winst uit onderneming. De inspecteur herzag een maand later echter zijn standpunt en merkte de voordelen aan als loon uit dienstbetrekking. Het geschil spitste zich toe op de vraag of sprake was van winst uit onderneming of loon uit dienstbetrekking.
Rechtbank Noord-Nederland constateerde dat de vrouw niet deelnam aan een pilot, waarbij zzp'ers voor het leveren van AWBZ-zorg in natura onder voorwaarden rechtstreeks een contract afsloten met een zorgkantoor. Hierdoor was volgens de rechtbank slechts de onderlinge verhouding tussen de vrouw en het zorgkantoor relevant. De rechter oordeelde vervolgens dat ze geen ondernemer was, doordat zij onvoldoende ondernemersrisico liep en bovendien (te) afhankelijk van het zorgkantoor was. De rechtbank volgde uiteindelijk de inspecteur en verklaarde het beroep van de vrouw ongegrond.
Wet: artikel 3.4 Wet IB 2001 en artikel 7:610 BW
Meer informatie: Rechtbank Noord-Nederland, 29 april 2014 (gepubliceerd op 30 april 2014), ECLI:NL:RBNNE:2014:2168
Geef een reactie