De overdracht van een geheel of gedeelte van diensten telt voor de btw alleen als de vrijgestelde overdracht van een onderneming als met die diensten een autonome economische activiteit kan worden voortgezet.
De Hoge Raad kwam tot dit oordeel in een zaak waarin twee verenigingen hun assurantieportefeuilles onder behoud van eigendomsrecht hadden ingebracht in een samenwerkingsverband met een vof. Na deze inbreng wezen de verenigingen, die later fuseerden, hun leden op de mogelijkheid van collectieve verzekeringen. De vof verrichte de bemiddeling met de verzekeringsmaatschappijen. De vof betaalde 40% van de ontvangen provisies door aan de vereniging. De vraag was of dit bedrag was belast met btw of dat sprake was van een overdracht van een onderneming. Bij de overdracht van een onderneming vindt immers in beginsel geen btw-heffing plaats.
Overdracht van diensten
De inspecteur stelde dat geen onderneming was overgedragen omdat de eigendom van de assurantieportefeuilles was gebleven bij de vereniging. Voor de rest waren geen goederen overgedragen. De Hoge Raad oordeelde dat de overdracht van een geheel of gedeelte aan onlichamelijke zaken zoals diensten ook de overdracht van een onderneming kan vormen. Daarvoor is wel vereist dat men met deze diensten een autonome economische activiteit kan voortzetten. De Hoge Raad heeft Hof Amsterdam de opdracht gegeven uit te zoeken of dat in deze zaak ook het geval is.
Wet: artikel 37d OB 1968
Meer informatie: Hoge Raad, 11 april 2014, ECLI:NL:HR:2014:834
Geef een reactie