Een bv die als onderdeel van de door de bestuurder en beleidsbepaler gekozen organisatievorm zich op zodanig wijze onderscheidt van een individuele als vermogensbeheerder of belegger optredende aandeelhouder, kan met een beroep op de holdingresolutie een fiscale eenheid voor de omzetbelasting vormen met een holding.
De bv in kwestie was opgericht door een belastingadviseur die alle aandelen hield in een holding. In 2006 bracht deze ondernemer alle aandelen in de holding in de bv. Hij was bestuurder en in die hoedanigheid beleidsbepaler van zowel de bv als van de holding. Hij had een arbeidsovereenkomst met de holding en ontving in dat verband een managementfee. De bv bezat verder alle aandelen in een andere bv die deelnam in diverse vastgoedvennootschappen. De holding had nog een belang in een andere bv die handelde als belastingadviespraktijk. De vraag was of de eerstgenoemde bv op grond van de holdingresolutie van 18 februari 1991 een fiscale eenheid voor de omzetbelasting kon vormen met de holding.
Beleidsbepalende functie dga
Volgens het hof had de inspecteur het verzoek van de bv ten onrechte afgewezen. Het hof vond de verklaring van de belastingadviseur dat hij als bestuurder en beleidsbepaler met diverse vennootschappen deelnam aan het maatschappelijke verkeer geloofwaardig. Hij vervulde binnen de gekozen structuur in verschillende hoedanigheden vele activiteiten die alle in min of meer gelijke mate bijdroegen aan de uitvoering van zijn onderneming in de belastingadviespraktijk. Op die manier kwamen een besluitvorming en daarnaar handelen binnen deze onderneming tot stand, die volledig in dienst stonden van de totale bedrijfsvoering. De bv vervulde als deel van de binnen deze structuur optredende vennootschappen op dat punt ook meer een functie die direct te maken had met het verrichten van economische activiteiten dan dat zij handelde binnen het kader van beleggingsdoelstellingen. Het houden van aandelen door de bv kwam dan ook meer in het licht te staan van het hebben van zeggenschap en het dragen van verantwoordelijkheid binnen de gekozen bedrijfsstructuur, aldus het hof.
Wet: artikel 7, vierde lid Wet omzetbelasting 1968
Meer informatie: Hof Den Haag, 10 januari 2014 (gepubliceerd op 17 september 2014), ECLI:NL:GHDHA:2014:2798
Geef een reactie